Marianne Bulletin 160 – februari 2009

Artikelen:

Bij de voorpagina – Ruud van Tol

Parijse buizenpost, 1-5-1879 tot 1-4–1985 Ontstaan en ontwikkeling

Vanaf omstreeks 1900 werden de stempels met tijdaanduiding (horeplans) op buizenpoststukken ingevoerd, waardoor informatie over de “reis” is toegevoegd. Buizenpost type CHAPLAIN, verzonden van kantoor BOURSE op 3 mei 1903 15.40 uur met bestemming RUE EUGENE SUE, nabij kantoor RUE DE CLIGNANCOURT. Aankomst op dat kantoor 16.35 (“soir 4.35 uur”), van waaruit het stuk dezelfde dag is bezorgd.

Terug naar boven

Is deze brief aangekomen? – Cees Oranje

Deze brief is 14-6-’41 verstuurd van Oran (Algerije) naar het 3e Bataillon du Levant (B.D.L.) in Damascus door Madam Dailly, waarschijnlijk de echtgenote of moeder van de geadresseerde. Het verdere adres luidt Secteur postal 610, want in oorlogstijd mogen er in een militair adres geen aanwijzingen staan over de legerplaats. Op de achterzijde “Poste aux armées 600 ” hetgeen betekent Beyrouth. Hoe is op dat moment de toestand in het Midden-Oosten? Als in april 1941 in Irak een anti-Britse opstand uitbreekt, dreigt de mogelijkheid dat de Duitsers zich van Irak meester maken. Dan zal de situatie voor de Engelsen in het Midden-Oosten uit de hand lopen, terwijl ze bovendien hun olieaanvoer dreigen kwijt te raken. Voor de Duitsers ligt hier een mooie kans, maar de aanval op Irak is alleen mogelijk via een doortocht door Syrië , dat onder Frans mandaat valt. De Duitsers wensen van “Vichy” de toestemming voor het gebruik van de haven van Bizerte (Tunis), en gebruik van het vliegveld van Aleppo. Als enkele Duitse vliegtuigen inderdaad op Syrische vliegvelden landen, vindt op 8 juni 1941 de intocht van de troepen van de Gaulle plaats. Zij ontmoetten daar de Franse troepen onder leiding van generaal Dentz, die trouw zijn aan “Vichy”, zij het anti-Duits. Na een broederstrijd van zes weken wordt een wapenstilstand gesloten. De Vichy troepen blazen de aftocht. Het is dus in deze woelige tijd dat de brief verstuurd werd. Wat is er met de brief gebeurd? Uit mijn documentatie blijkt dat op 12 juni de staat van beleg is afgekondigd voor Beyrouth en dat de oorlogshandelingen al op 6 juni waren begonnen. Uit de stempels op de achterzijde van de brief blijkt, dat eerst naar Lyon is gevlogen (stempel Lyon met datum 3 juli 1941) en vandaar naar Beyrouth. Zie het aankomststempel “armées 600”, gedateerd 6 juli 1941. In die plaats is door de militaire autoriteit met de hand in rood is geschreven “La destination n’a pu être atteint 8 Juli 1941 ” over het stempel van 3e bataillon du L(ibanon), want op die datum is Damascus, de plaats van bestemming al bezet door de Engelsen. De Duitse censuurstempels zijn geplaatst in Algerije, hetgeen blijkt uit het stempel Beyrouth, dat bovenop de censuurstrook is gezet.
Terug naar boven

Parijse buizenpost, 1-5-1879 tot 1-4-1985, Ontstaan en ontwikkeling – Ruud van Tol

De eerste Parijse buizenpost
Het ondergrondse vervoer in Parijs van geschreven stukken in cylindervormige kokers door buizen gebeurde vanaf 1866 door de Telegraafdienst. De eerste “lijn” was tussen Grand Hotel (telegraafkantoor) en Place de la Bourse (effectenbeurs), die werd doorgetrokken naar de Rue de Grenelle (centraal telegraafkantoor), dat aan de andere kant van de Seine ligt. Aldus ontstond er, naar het voorbeeld van Londen, een snel telegrammenverkeer, dat de kwartierdienst van het vervoer met paard-en-wagen over ca. 3 kilometer, verving. De luchtdruk, die nodig was om de kokers door de buizen te jagen (730 meter per minuut), werd aanvankelijk geleverd door “luchtdrukmotoren”, die werden gevoed door stoom dat ontstond door veel water (in grote kuipen) te verhitten. Vanaf 1872 werden die kuipen geleidelijk vervangen door stoomrecevoirs. De techniek ontwikkelde zich gestadig, waardoor het verplaatsen van de met stukken gevulde kokers steeds efficiënter gebeurde.

Uitbreiding met particuliere post
Het decreet van 25 januari 1879 van de president van de Franse Pupubliek – Maarschalk Mac-Mahon – luidde de geboorte van de Parijse buizenpost in, omdat daarin o.m. is vermeld, dat met ingang van 1 mei 1879 de kosten van de verzending onafhankelijk werden van het aantal woorden. Op dezelfde datum werd de “service pneumatique” opengesteld voor het publiek. Er was daardoor sprake van een buizenpostdienst, die is ontstaan vanuit de Telegraafdienst en niet vanuit de Postdienst. Voor de buizenpoststukken werden bij alle postkantoren speciale brievenbussen geplaatst. In de loop van de buizenpost- periode neemt de invloed van de Postdienst evenwel geleidelijk toe, doordat bijvoorbeeld naast de Chaplain postwaardestukken in toenemende mate met postzegels gefrankeerde brieven werden gebruikt voor het ondergrondse postvervoer.

De ontwikkeling van het net en het aantal buizenpoststukken
Het gebruik van de specifieke “buizenpost- (waarde) stukken”, zoals: postkaarten, postbladen en m.i.v. januari 1885 met postzegels gefrankeerde enveloppen, neemt – sedert 1879 – fors toe, evenals de lengte van het buizennet.

In verband met het grote aanbod konden reeds op 1 juni 1880 de tarieven van postkaarten en postbladen van 50c en 75c worden verlaagd naar respectievelijk 30c en 50c. In 1899 werden er 4,7 miljoen poststukken verzonden; in 1900 5,4 miljoen, welk aantal in 1945 – ondanks het sterk toegenomen telefoonverkeer – gegroeid was tot zo’n 12 miljoen.

De buislengte van het net was in 1888 200 kilometer; in 1934 300 km. Op de vroegere emissies van buizenpoststukken is vaak met een tekst of plattegrond aangegeven in welke delen van Parijs het buizenpostnet al aangelegd was. Na de tweede wereldoorlog werd het buizennet verder ontwikkeld naar gemeenten buiten de stadsgrenzen. In 1984 was de totale lengte 450 km. Voor bestellingen met een wat verdere bestemming werden bestellers op de motor ingezet, om bezorging op de verzenddatum mogelijk te maken.

Als gevolg van de enorme kostenstijgingen voor de instandhouding van het net en gestegen loonkosten waren de toch al sterk gestegen tarieven niet meer toereikend voor een rendabele exploitatie. Op 1 april 1983 was het tarief opgelopen tot niet minder dan Frs.14,70 (op een “gewone” brief moest toen Frs.1,80 worden geplakt), waardoor het aantal vervoerde stukken ver beneden de 1 miljoen per jaar kwam en de exploitatie van het buizennet niet langer verantwoord was. Op 30 maart 1984 om 17.00 uur ging de Parijse Buizenpost, na ruim 100 jaar, ter ziele.

Voor de parijse buizenpost(waarde)stukken is gekozen voor de afbeelding type CHAPLAIN. Omdat bij de start op 1 mei 1879 de drukker de stukken evenwel nog niet gereed had, werd gekozen voor een tijdelijke oplossing door de platen van SAGE te gebruiken. Wel werd “POSTE” uit het beeld weggegraveerd omdat de buizenpost niet door de POSTdienst maar door de TELEGRAAFdienst werd geexploiteerd. Voor de verschillen is het aardig de afgebeelde kaart te vergelijken met een CARTE POSTALE. De kaart is verstuurd op 21 februari 1880 van kantoor RUE BOISSY D’ANGLAS met bestemming RUE GALILLEE 41, nabij kantoor AVENUE DES CHAMPS ELYSEES, van waaruit de kaart op 21 februari is besteld.

Terug naar boven

Madagascar – 2 – Machiel van der Velden

Het is ergens in de achttiende eeuw, dat de in Marianne 158 genoemde Captain Mission met zijn beeldschone Arabische prinses het verhaal uitzeilt. De Fransen krijgen dan langzamerhand opnieuw belangstelling voor Madagascar, maar de bevolking is nog steeds niet gastvrij voor buitenlandse indringers. Om toch een bunkerplaats op weg naar Indië te hebben, laat men het oog vallen op Sainte-Marie de Madagascar, het kleine eiland voor de noordoost kust. In 1750 beweert Frankrijk het in bezit te hebben, maar het wordt opnieuw geen succes en in 1754 wordt het eilandje weer verlaten. Pas in 1818 doet Frankrijk opnieuw een poging en dan wordt Sainte-Marie wél Frans bezit, eerst administratief ingedeeld bij Réunion en vervolgens bij Mayotte. Van 1853 tot 1876 is het een zelfstandige Franse kolonie, maar daarna wordt het opnieuw administratief ondergebracht bij Réunion en daarna bij Diégo-Suarez. Om het wat eenvoudiger te maken is het vanaf 1894 tot 1896 weer een afzonderlijke kolonie om vervolgens in 1896 definitief ondergebracht te worden bij Madagascar.

Door deze ingewikkelde geschiedenis bestaan er maar weinig zegels waar echt de naam Ste-Marie de Madagascar op staat. Alleen van 1894 tot 1896 heeft het eilandje eigen zegels gekend. Voor die tijd werden de algemene koloniale zegels gebruikt die dus alleen aan het poststempel te herkennen zijn. Deze zijn al zeldzaam, maar nog zeldzamer zijn brieven die tussen 1888 en 1894 verstuurd zijn, met zegels van Diégo-Suarez en een poststempel van Sainte-Marie.

Inmiddels was er op Madagascar ook van alles gebeurd. Op het eiland, bewoond door verscheidene bevolkingsgroepen, had het Merinavolk de macht gegrepen en langzamerhand vrijwel het gehele eiland aan zich onderworpen. Vanaf 1799 regeerde daar de eerste Merinakoning met de luisterrijke naam Andrinampoinemerinandriantsimitoviaminandriampanjak a, zelfs voor Malagassische begrippen wat lang en daarom afgekort tot het eenvoudige Andrianampoinemerina. De Engelsen en de Fransen die voor de zoveelste keer belangstelling voor Madagascar kregen, werden door de eerste koningen prachtig tegen elkaar uitgespeeld. Zo werd er een Fransman benoemd tot opperbevelhebber van het leger en werd een Engelsman persoonlijk koninklijk adviseur. Het kwam zelfs zo ver dat Europa in 1820 officieel het koninkrijk Madagascar erkende.

Vrouw van de Merinastam

Maar dan komt in 1828 de volkomen gestoorde koningin Ranavalona I op de troon. Ze begint betrekkelijk humaan, door de missionarissen drie dagen de tijd te geven het land te verlaten, maar daarna slaat zij aan het moorden. Eerst gaan alle buitenlanders en de christenen er aan, daarna de misdadigers of vermeende misdadigers en daarna willekeurig de verdere bevolking. Ze wist de meest afschuwelijke martelingen te bedenken, die niet geschikt zijn om aan vredelievende filatelisten verder te vertellen. Volgens sommige bronnen heeft zij tijdens haar regering die tot 1861 duurde, zuiver voor haar eigen duivelse genoegen de bevolking van Madagascar met een kwart teruggebracht.

Na de (helaas) vredige dood van Ranavalona I krijgen Engeland en Frankrijk opnieuw de gelegenheid om hun invloed op Madagascar uit te breiden en in 1883 bezet Frankrijk de belangrijkste havensteden en probeert een protectoraatsovereenkomst met de regering te sluiten. Dat lukt niet en er volgt een oorlog van 30 maanden. Zonder enige inspraak van Madagascar sluiten de grote mogendheden in 1890 de Conventie van Zanzibar. Hier wordt besloten dat Zanzibar een Engelse kolonie wordt en dat Engeland aan Frankrijk de vrije hand laat om Madagascar verder te veroveren. In 1895 wordt Madagascar door Frankrijk tot een echt protectoraat gemaakt. Nog steeds echter voelt Madagascar niets voor die zogenaamde Franse bescherming en daarom stuurt Frankrijk een fors invasieleger dat met harde hand komt wijzen op de kleine lettertjes in het contract. Ruim de helft van dat invasieleger sneuvelt trouwens, niet tengevolge van oorlogshandelingen, maar ze worden geveld door de malaria. Het jaar daarop wordt het protectoraat omgezet in een kolonie, wat natuurlijk steeds de bedoeling was geweest.

Vertegenwoordigers van de Sakalave- en de Betsimisarakestam

Van dit stuk van de geschiedenis vinden we een merkwaardig gedeelte terug bij de postzegels.

In 1885 hadden de Fransen reeds een aantal postkantoren geopend, vooral in de havenplaatsen en daar werden de algemeen koloniale zegels gebruikt, terwijl Madagascar nog geen kolonie was! In de jaren daarna zien we een probleem, dat we nog vaker zullen tegenkomen, namelijk een tekort aan bepaalde frankeerwaarden. Om dit probleem op te lossen verschijnen er opdrukken van nieuwe waarden (nog steeds op de koloniale zegels). Helaas zijn die opdrukken op zo’n eenvoudige wijze aangebracht dat er vele, vele vervalsingen bestaan.


1891 verscheen er een plaatselijke nooduitgave om het zegeltekort op te heffen en om het helemaal ingewikkeld te maken werden er in 1892 weer gewoon Franse zegels gebruikt, die dus alleen aan het poststempel te herkennen zijn.

En dan in 1895, dus dat ene jaar dat Madagascar een protectoraat was, wordt Frankrijk ineens keurig en geeft een serie uit van Franse zegels met de opdruk “Poste française Madagascar”. De koloniale zegels blijven in de kast en met deze serie probeerde men dus aan te geven, dat Frankrijk verder geen kwaad in de zin had.

Van een echt protectoraat is sprake wanneer een land bescherming vraagt van een grote mogendheid ten einde een bepaald gevaar het hoofd te kunnen bieden. Een andere mogelijkheid is dat de grote mogendheden menen, dat een bepaald land tijdelijk door hen bestuurd moet worden totdat een eigen regering gevormd kan worden. Wat Madagascar betreft was daar geen sprake van en de protectoraatsoverkomst werd dus eenzijdig door Frankrijk gedicteerd. Het Malagasische koningshuis weigerde dan ook te tekenen, reden waarom Frankrijk met harde hand ingrijpt om Madagascar te “pacificeren”. Het is grappig (of intens droevig), dat Frankrijk steeds dit woord pacificeren gebruikte om zijn koloniale beleid te rechtvaardigen.
Maar goed: in 1896 wordt Madagascar kolonie en het eiland krijgt dan zegels van de bekende koloniale serie type “Groupe”met het inschrift Madagascar et dependances. Die dependances zijn Sainte-Marie de Madagascar, Nossi-Bé en Diégo-Suarez.

De laatste koningin, Ranavalona III wordt in ballingschap naar Algerije gestuurd en Gallieni neemt als gouverneur het gezag over.
Rest dus nog te vermelden waarom Nossi-Bé en Diégo- Suarez eigen zegels bezaten.
Diégo-Suarez in het uiterste noorden van Madagascar was een prima havenplaats, maar over land was het zo geïsoleerd van de rest van het eiland, dat het eigenlijk een afzonderlijk gebied vormde. Het gaf dan ook nauwelijks problemen, dat Frankrijk Diégo-Suarez al in 1886 tot kolonie maakte.
De verovering van Nossi-Bé, een eilandje voor de noordwest kust van Madagascar levert een veel romantischer verhaal op. Tijdens de regering van de genoemde, gestoorde Ranavalona I was de Salakave-prinses Tsiomeko naar Nossi-Bé gevlucht, omdat ze weinig zin had door Ranavalona levend gekookt te worden. En daar op Nossi- Bé zocht ze naar een edelman, die haar zou kunnen helpen. Die edelman werd admiraal De Hell, de Franse gouverneur van Réunion. Zo verwierf Frankrijk reeds in 1840 op zeer vredelievende wijze.
Links de dappere redder van prinses Tsiomeko, Aimable-Constant-Louis de Hell

Zonder in details te treden nu eerst wat woorden over de zegels van die afzonderlijke gebiedjes.

Sainte Marie de Madagascar Hierbij zijn we snel klaar, want, zoals reeds gezegd, er is slechts één serie verschenen, van het type Groupe. Dertien zegeltjes en u heeft het land compleet. Dat is te doen.
Diégo-Suarez Dat wordt al lastiger. Voordat deze havenstad aan het type Groupe toe was, waren er al koloniale zegels verschenen met een opdruk van een cijfer om de nieuwe waarde aan te geven. Verder kwamen er verscheidene koloniale zegels met opdruk “Diégo-Suarez” en tenslotte waren er ter plaatse noodzegels gedrukt, teneinde het zegeltekort op te heffen. Bij elkaar zijn het 63 zegels, waaronder een paar die moeilijk te verkrijgen zijn.
Nossi-Bé Dit eilandje heeft maar 56 hoofdnummers in de catalogus, maar voor mooie, gekeurde exemplaren van die hoofdnummers zou u al enkele tienduizenden euro’s moeten neertellen. Indien u ook nog een speciaal verzameling Nossi-Bé wilt aanleggen met de algemeen koloniale uitgaven, die dan alleen aan het poststempel te herkennen zijn en u zou dat willen “opleuken” met complete brieven, dan bent u een vermogen kwijt en een mensenleven verder. Ik ga daarom maar terug naar het grote eiland Madagascar. Maar dat komt een volgende keer.

Terug naar boven

Zeldzaam, niet te vinden, variatie, compleet, duur, postfris, gestempeld, plakker of niet, op brief etc. etc. – Laurens Messelaar

Ondergetekende vraagt zich wel eens af, wat een verzameling nu eigenlijk interessant maakt. Zijn dat uiterst zeldzame zegels zoals nr. 84 type Sage 0,01 centime Bleu de Prusse of een zegeltje dat in de catalogi voor een paar luttele kopeken gewaardeerd wordt. Ik heb tot op heden nog steeds geen gestempeld exemplaar kunnen vinden van nr. 279A en B, Semeuse 0.01 centime bistre-olijf en bistre-bruin met opdruk ½ centime. Of is het aan de verzamelaar wat hij/zij zelf interesssant c.q. leuk vindt?
Wie droomt er niet van een ruime zak met eurootjes te hebben en alles te aanschaffen wat het hartje begeert, of is het nu juist de sport om met bescheiden middelen toch iets aardigs bij elkaar te verzamelen. Jaren geleden werd een verzameling zegels, bijeen gebracht door een mevrouw met een bijstandsuitkering, met goud bekroond, bestaande uit zegels 0,45 cent type Crouwel met alle stempels postkantoren en agentschappen in Nederland. Beeldschoon.
Zeldzaamheid en waarde zijn een relatief begrip. Bovengenoemde nr. 184 wordt “regelmatig” aangeboden op veilingen en onlangs ook bij onze vereniging, helaas bleek dat een vervalsing te zijn maar toch. Ook vervalsingen zouden een verzamelobject kunnen zijn.
Of zijn we als verzamelaars een beetje prettig gek als we zoeken naar plaatfouten, afwijkingen enz. enz. . Zoals een kennis van me ooit uitsprak “wat is er nu leuk aan om op zoek te gaan naar foute producten” , je verzamelt toch ook geen defecte wasmachines? Afgezien van het ruimte probleem, dit is een exemplaar met een kapotte pomp, die andere heeft een afwijkende kleur, deze draait tegen de klok in en de volgende lekt…….
Of zijn bovenstaande criteria modegevoelig. Zegels met de z.g.n. firmaperforaties werden lang beschouwd als zijnde beschadigd en hoorden niet in een verzameling thuis. Tegenwoordig zijn ze een zeer gewild object. Ongestempelde zegels met plakker zijn tegenwoordig nagenoeg taboe, maar ze stammen meestal uit een tijdsperiode dat men dat heel normaal vond, mede bepaald doordat toenmalige opbergsystemen geen andere mogelijkheden kende. Er is mij ooit een kavel zegels aangeboden van Frankrijk met zegels (waaronder zeer waardevolle) uit de klassieke periode vastgeplakt met lijm die niet in water oplosbaar was, derhalve in onze ogen volstrekt waardeloos.
Of hanteer je het criterium dat een postzegel pas verzamelwaardig is als het een gestempeld “gelopen” exemplaar betreft. Zou je dan niet een nog veel strenger criterium moeten hanteren en uitsluitend zegels op brief moeten verzamelen. Maar dan, gelegenheidsstempels is dat maakwerk of niet. Is een enveloppe met daarop bewust een hele serie postzegels maakwerk of niet? Als het wat oudere exemplaren betreft vinden we het vaak prachtig.
En wat is nu eigenlijk compleet? Is dat alle vakjes van het voorgedrukte DAVO album postfris ingevuld, of het andere uiterste. Alles wat er maar te verzinnen valt te bezitten. Zegels, brieven, FDC, varianten, plaatfouten, kleurafwijkingen, postwaardestukken, stempels en enz. enz. Wellicht geven bovenstaande hersenspinsels aanleiding tot een leerzame discussie binnen de vereniging. Tot slot, ik ben nog steeds op zoek naar gestempeld exemplaren van 279A, 279B, 1234b (type II), 1263c en 1263e. Nummering Yvert.
Briefstukje met stempel Petits Chiffres 3709 van Smyrna. (coll. Peter Leever).
Almere, december 2008, lah.messelaar@gmail.com

Terug naar boven

De Artemis – Bernard Akkerman

of hoe een te optimistische Hollandse kapitein zorgde voor een speciale Franse postuitgifte.

Weet u het nog, begin vorig jaar toen het hevig stormde langs de kust? Niet alleen in Nederland maar ook in België en in Frankrijk ging het flink tekeer en ineens was daar het bericht dat een Nederlandse kapitein zijn vrachtboot niet de haven in kreeg, maar zijn schip zag stranden op het brede zandstrand van Les Sables d’Olonne in de Vendée in Frankrijk.
Een fluitje van een cent om zo’n boot weer vlot te trekken dachten de Fransen, dus dat doen we even zelf. Nou is dat strand in Les Sables d’Olonne nogal breed en erg vlak dus dat bleek toch niet zo eenvoudig als gedacht. De boot lag er dan ook verschillende dagen, dit tot groot enthousiasme van de plaatselijke horeca. Die haalde, door alle kijkers naar dit gestrande schip, in deze tijd van het jaar nog nooit zulke hoge omzetcijfers. Alleen, in deze periode waren er ook de verkiezingen voor de gemeenteraad en voor de burgemeesterspost. Dit was dus een uitgelezen kans voor de zittende burgemeester om zijn daadkracht te tonen. Eind maart was het Pasen en dan begint min of meer het toeristenseizoen en dan moest die boot natuurlijk wegwezen. Zo niet dan zou hij er persoonlijk voor zorgen dat de boot in dat geval dan maar op het strand gesloopt zou worden zodat per 1 mei, wanneer het echte strandseizoen begint, er niets meer van te zien zou zijn.


Van enige kennis van zaken over hoeveel tijd je nodig hebt om zo’n schip te slopen, was bij hem geen sprake evenmin over de grote risico’s voor verontreiniging van het strand en de zee wanneer je zo’n schip op het strand zou slopen.
Gelukkig voor de burgemeester was de meerderheid van de inwoners zodanig onder de indruk van zijn daadkracht dat hij werd herkozen. Gelukkig voor de reder van het Nederlandse schip kregen de Fransen het met Hollandse hulp toch voor elkaar om de boot in originele staat weer naar zee te krijgen. Eind goed al goed zullen we maar zeggen. Naast de plaatselijke horeca (extra klanten) en de toeristenwinkels (extra posters en ansichtkaarten) zag ook de Franse posterijen een mogelijkheid om hier extra omzet te realiseren.
Voor binnenlands gebruik (maar met extra frankering van 10 eurocent ook te gebruiken binnen Europa) werd een envelop uitgegeven met een foto van het gestrande vrachtschip. Op alle postkantoren in de regio was deze envelop, uitsluitend in een setje van 10, te verkrijgen. Als Frankrijk verzamelaar kon ik dit “maatwerk” niet weerstaan en heb er dus een aantal gekocht. Jammer genoeg lukte het niet om op deze enveloppen het toeristische poststempel van Les Sables d’Olonne te verkrijgen. Zowel bij postbezorging naar mijn Franse adres als naar mijn adres in Nederland werd de brief ontwaard met een matrix stempel waarin zelfs niet eens de naam Sables d’Olonne voorkomt. Heel jammer want op ansichtkaarten maakt men royaal reclame voor de stad. Een stad die bij zeilers vooral bekend is van zijn 4-jaarlijkse zeilwedstrijd rond de wereld; de Vendée Globe, die nota bene ook nog dit najaar weer wordt gehouden!. Eind oktober heb ik opnieuw geprobeerd een meer passende ontwaarding te verkrijgen. En u ziet: dat is gelukt. Mochten er belangstellenden zijn voor deze envelop dan kunnen ze dat per mail (bp.akkerman@hetnet.nl) laten weten.
Bovenstaand artikel is overgenomen uit Sassenpepertjes, het blad van de postzegelvereniging Zwolle.

Terug naar boven

Uit de tijdschriften – Machiel van der Velden

Het heeft slechts indirect met postzegels te maken, maar interessant is het wel: het artikel in L’echo de la timbrologie (november en december) over brievenwegers. De prachtigste exemplaren worden getoond, zoals u aan onderstaand voorbeeld kunt zien.

“De geboorte van de eerste Franse postzegel” heeft meer met filatelie te maken.(eveneens in de nummers van november en december). Het januarinummer besteedt ondermeer aandacht aan de eerste Franse portzegels.

Timbres magazine van november heeft een prachtig artikel over Syrië tijdens het Franse mandaat, een artikel, dat in het decembernummer wordt voortgezet. Verder een aantal kleine bijdragen, o.a. over een paar brieven uit 1871 en 1872 met afstempeling “Assemblee nationale”.

In het decembernummer verder een artikel over de kleurnuances van de Bordeaux-uitgave en een vervolg op het artikel over de Marianne de Lamouche. Het januarinummer wijdt een heel artikel aan de “Merson”, de bekende zegel uit het begin van de vorige eeuw. Verder wordt aandacht besteed aan de prachtige eerste serie van Polynesie.

Les feuilles marcophiles toont een aantal brieven van militaire post die te maken hebben met de oorlog in Indochina (1945-1957). Op het eerste gezicht vrij alledaagse brieven, maar volgens het artikel voor de specialist om te watertanden.

Terug naar boven

Het hoe en waarom van moderne Franse postzegels – Cees van Rantwijk

Sommet de Paris pour la Méditerranée
Op de zegel wordt een olijfboom afgebeeld met de tekst Sommet de Paris pour la méditerranée. Op zondag 13 juli 2008 hebben de 27 lidstaten van de Europese Unie en 16 landen uit het Middellandse Zeegebied in Parijs de Mediterrane Unie opgericht. De Mediterrane Unie is een idee van de Franse president Nicolas Sarkozy. De doelstelling van de Mediterrane Unie is de versterking van de solidariteit tussen noord en zuid door gezamenlijke projecten op te zetten. Tot de belangrijkste uitdagingen behoort naast het vredesproces in het Midden-Oosten onder meer het tegengaan van de verontreiniging van de Middellandse Zee en het behoud van de Mediterrane kustlijn. Specifiek voor jongeren wordt gestreefd naar een toename van het aantal onderwijsuitwisselingen, onder meer door een uitbreiding van het bestaande Erasmusprogramma. De Nederlandse bijdrage aan de Mediterrane Unie bestaat uit kennisoverdracht op het terrein van watermanagement.

De zegel is op 31 juli 2008 uitgegeven als herinneringszegel.

Ontwerp en gravure: Atelier Thimonier. Drukvorm: héliogravure.

Portraits de régions: la France à vivre
Op de tien zegels van de twaalfde emissie vervolgt La Poste haar missie om aandacht voor de typische Franse culinaire en culturele aangelegenheden te vragen. Le Pot-au-feu: Een traditionele stoofpot van groenten en rundvlees. Door het gebruik van de groenten van het seizoen bestaan er verschillende recepten voor dit gerecht.
Les Echasses: Steltlopen is een folkloristische activiteit waarop gelopen wordt op stelten (palen) van 1 tot 4 meter hoogte. Het was oorspronkelijk een methode om ondergelopen stukken grond te doorwaden. Later is dit uitgegroeid tot een spel. Zo worden optochten opgefleurd met steltlopers en zijn er toernooien waarbij men elkaar met alle mogelijke middelen van de stelten probeert te krijgen.
Les Espadrilles: Sandalen die oorspronkelijk uit de Pyreneeën komen. Ze worden gemaakt van canvas of katoen en een zool gemaakt van touw, eventueel verstevigd met een laag rubber eronder. De touwen zool is het belangrijkste kenmerk van de espadrille.

Le Reblochon: Een vrij grote kaas met een dunne, oranje- gele tot roze, stevige, fluwelige korst. De opmerkelijkste kenmerken van deze bergkaas uit de Savoie is dat hij fris, jong en zacht is. De naam komt van het werkwoord reblocher dat “opnieuw aanraken van de uier” betekent.

La Châtaigne: Een tamme kastanje. De vrucht heeft twee of meer lobben en daardoor hinderlijke velletjes in de vrucht. Dit in tegenstelling tot de marron, een grote tamme kastanje met één lob. De vrucht kan, nadat de stekelige huid (bolster) is verwijderd, worden geroosterd en gegeten. Makkelijker dan roosteren is het om kastanjes te koken. In Frankrijk wordt graag kastanjepuree (crème de marron) gegeten.

La lentille: De linze is een bekende peulvrucht die al voor onze jaartelling op grote schaal verbouwd werd. Het feit dat de linze genoemd wordt in het Oude Testament getuigt hiervan. De eigenlijke linze is het zaad van de plant en wordt gedroogd verhandeld, in meerdere kleuren en groottes.

Le Calisson: Een koekje met amandelspijs uit de Provence. De calisson is een wybervormig koekje, op traditionele wijze gemaakt van gemalen amandelen en gearomatiseerd met meloen en gekonfijte sinaasappel. Het meest beroemd is de “calisson d’Aix”.

Les Images d’Épinal: Gekleurde prenten. Deze werden geproduceerd in een in 1796 door Jean-Charles Pellerin in Épinal opgerichte drukkerij. Hierop werden vaak vrome of heroïek-nationalistische taferelen afgebeeld. Ze waren in de 19e eeuw bij de minder welvarende Fransen zeer geliefd als muurversiering.

La Moutarde: Mosterd wordt gemaakt uit gemalen mosterdzaden, azijn, water, suiker en zout. Ook worden wel specerijen toegevoegd, zoals peper. De naam komt van most, het druivensap (nu de azijn) dat bij de bereiding wordt gebruikt. Bekend is de “moutarde de Dijon”, een mosterd bereid op de wijze van Dijon, dus flink pittig.

Les feux d’Artifice: Vuurwerk is waarschijnlijk ontdekt door de Bengalen (het woord “Bengaals vuurwerk” verwijst nog naar het land Bangladesh), maar werd pas op grote schaal gebruikt door de Chinezen aan het begin van onze jaartelling. Zij gebruikten het bij religieuze gebeurtenissen om boze geesten te verdrijven. Vuurwerk is een constructie van verschillende materialen met daarin ontplofbare en/of brandbare mengsels van chemische stoffen, die bij ontsteking verschillende effecten veroorzaken zoals licht, geluid, rook of beweging. In Frankrijk is het vuurwerk van 14 juli in Parijs zeer bekend.

De zegels zijn uitsluitend in de vorm van een bloc op 8 september 2008 uitgegeven in het thema “erfgoed en tradities van Frankrijk”.
Ontwerp en gravure: Bruno Ghiringheli. Drukvorm: héliogravure.

Le Havre

Op de zegel wordt het 72 meter hoge stadhuis van Le Havre afgebeeld. Le Havre (Haute-Normandie) ligt aan de monding van de Seine nabij het Kanaal. Na Rouen is Le Havre de tweede grootste stad in Normandië. Zij werd gesticht in 1517 door Koning Frans I. Le Havre is nog steeds een belangrijke havenstad – de tweede van Frankrijk – die ook het vertrekpunt vormt voor de trans-Atlantische oversteek vanuit Frankrijk. Zijn bijnaam is dan ook “La Porte Océane”. Tijdens de Slag om Normandië is de stad grotendeels vernield. Het deel van de stad dat na de Tweede Wereldoorlog werd opgebouwd onder leiding van de architect August Perret, werd in 2005 door de UNESCO tot werelderfgoed verklaard. Perret ontwierp een zeer moderne stad waarbij hij consequent gebruik maakte van gewapend beton.
De zegel is op 15 september 2008 uitgegeven in het thema “toerisme”.
Ontwerp en gravure: Claude Jumelet. Drukvorm: taille-douce.

La patrouille de France
Op de zegel wordt een vlucht van de PAF boven de Arc de Triomph en een Alphajet afgebeeld. In 1931 werd het eerste demonstratieteam van Frankrijk opgericht onder de naam Patrouille d’Etampes. Dit team werd opgericht door instructeurs van een locale vliegschool.
Al vrij snel hierna mocht het team vluchten uitvoeren voor Frankrijk. In 1937 werd de naam gewijzigd in Patrouille de l’Ecole de l’air. Na de oorlog, in 1947, werd er opnieuw een demonstratieteam opgericht, maar dit keer als onderdeel van de Franse luchtmacht. Een voormalige piloot van het Patrouille d’Etampes team begeleidde het team. De vloot bestond uit twaalf vliegtuigen die in 1953 werden vervangen door vier F 84 Thunderjets. Op 17 mei van dat jaar werd de naam gewijzigd in Patrouille de France, beter bekend als PAF. In de jaren die volgden werden vliegtuigen vervangen door moderner materiaal. De PAF treedt veel op in het buitenland en is door hun wervelende shows over de hele wereld geliefd geworden bij het publiek. Momenteel bestaat de PAF uit 8 piloten die vliegen met de blauw-wit-rood gekleurde Alphajets, zeer wendbare straaljagers van de Franse luchtmacht.
De zegel is op 15 september 2008 uitgegeven in het thema “luchtpost”. Het tarief is 3,00 €. Dit tarief Dit tarief wordt gebruikt voor bijfrankering.
Ontwerp: Pierre-André Cousin. Gravure: Claude Jumelet. Drukvorm: taille-douce en offset.

Sourires (2008)
Op de 10 zegels worden cartoons afgebeeld. Op 20 september 2005 was het groot feest bij La Poste. De doelstelling van het feest was La Poste populairder te maken bij haar klanten. Het was de eerste keer dat La Poste op deze manier aan het thema “Souriez, vous êtes à La Poste” aandacht besteedde. Na de katten van Philippe Geluck in 2005, de striphond Cubitus van Dupa in 2006 en de kalfjes van Alexis Nesme in 2007 is het dit jaar de beurt aan de fictieve huiskat Garfield van Jim Davis. Garfield is een luie, dikke, zelfingenomen, oranje kat die houdt van eten, slapen, het eten van zijn baasje Jon stelen en de hond Odie in de maling nemen. Hij haat maandagen en beschouwt zichzelf intelligenter dan mensen en honden. Garfield geeft graag ’s-avonds shows weg op een houten schutting vlakbij zijn huis. Garfield heeft een zwak voor muizen en jaagt dan ook niet op ze, tot irritatie van zijn baas Jon. Wel jaagt Garfield op spinnen die hij meestal plat slaat met een krant. De zelfklevende zegels zijn op 20 september 2008 in de vorm van een carnet als semipermanente zegel uitgegeven. Ontwerp en gravure: Jim Davis. Drukvorm: héliogravure.

Josselin

Op de zegel wordt het kasteel van Josselin afgebeeld. Josselin (Morbihan) ligt aan de Oust. Het machtige kasteel weerspiegelt zich in de rivier. Daarachter, op de helling en de top van een steile heuvel, liggen oude huisjes met leistenen daken, gegroepeerd om de basiliek Notre- Dame-du-Roncier. Het kasteel van Josselin, midden 14de eeuw verwoest en herbouwd, behoorde sinds 1370 aan Olivier de Clisson. Het kasteel is een van de mooiste van Bretagne. Behalve aan de kant van de rivier zijn de versterkte muren en torens verdwenen. Het heeft de rijkste historie en wordt nog steeds bewoond door de familie Rohan-Chabot. Josselin vierde op 14 juli 2008 haar duizendjarig bestaan. De zegel is op 22 september 2008 uitgegeven in het thema “toerisme”. Ontwerp en gravure: Pierre Albuisson. Drukvorm: taille-douce.

Cinquantenaire de la Ve République
Op de zegel wordt Charles de Gaulle met op de achtergrond de oprichtingsacte van de Vijfde Republiek afgebeeld.
De Eerste Franse Republiek ontstond in 1792 toen de Franse revolutionairen koning Lodewijk XVI afzetten en de in 1789 ingestelde constitutionele monarchie afschaften. De Tweede Franse Republiek was de benaming voor Frankrijk van 1848 tot 1852. Na de revolutie van 1848 deed koning Louis Philippe op 23 februari 1848 afstand van de troon ten gunste van zijn kleinzoon. De voorlopige regering onder leiding van Alphonse de Lamartine riep echter dezelfde dag de Tweede Franse Republiek uit. De Derde Franse Republiek werd uitgeroepen na de Franse nederlaag in de Frans-Pruisische Oorlog van 1870-1871 tegen Pruisen, dat gebeurde in mei 1871. De Republiek overleefde de Eerste Wereldoorlog maar werd op 10 juli 1940, twee weken na de Franse capitulatie, vervangen door de “Etat Français” (Vichy-regime) van Maarschalk Pétain. Als Vierde Franse Republiek geldt de episode in de Franse geschiedenis tussen het aftreden van Charles de Gaulle als gekozen regeringsleider in 1946 en diens terugkeer naar het centrum van de macht in 1958. Op 4 oktober 1958 wordt na het referendum van 28 september 1958 de grondwet van kracht. Het betekent het begin van de Ve Republiek. Op 8 januari 1959 wordt Charles de Gaulle de eerste president van de Vijfde Republiek. Hij treedt af in 1969. Zijn opvolgers zijn Georges Pompidou (1969-1974), Valéry Giscard d’Estaing (1974-1981), François Mitterand (1981-1995), Jacques Chirac (1995-2007) en Nicolas Sarkozy (2007-…..).
De zegel is op 6 oktober 2008 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp en gravure: Bruno Ghiringhelli. Drukvorm: héliogravure.

Emission commune France-Vietnam
Op de zegels worden “Baie d’Along” en “Bouches de Bonifacio” afgebeeld.
De Baie d’Along is een baai in het noorden van Vietnam in de Golf van Tonkin, nabij de grens met China. De baai heeft een kustlijn van 120 km en het gebied beslaat ongeveer 1.500 km2. In de baai liggen 1.969 kalkstenen eilanden, elk met dichte begroeiing op de top. De kalkstenen monolieten rijzen spectaculair op uit de oceaan. Verschillende eilanden zijn hol, met enorme grotten. Bij enkele eilanden bevinden zich drijvende dorpen van vissers die in de ondiepe wateren 200 verschillende soorten vis en 450 verschillende soorten weekdieren vangen. In 1994 is de Baie d’Along opgenomen op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. In 2000 is de lijst uitgebreid met een groter gebied dan de Baie d’Along alleen.
Bouches de Bonifacio is een 79.000 ha groot natuurreservaat tussen Corsica en Sardinië. Corsica ligt ter hoogte van Toscane op 83 km van Italiaanse kust en 170 km ten zuiden van de Franse Rivièra. Het Italiaanse eiland Sardinië ligt maar op twaalf km afstand ten zuiden van Corsica. De Straat van Bonifacio (Bouches de Bonifacio) scheidt beide eilanden. De zeestraat is 12 km breed en tot 70 m diep. Bij zeelui is de Bouches de Bonifacio berucht vanwege de gevaarlijke combinatie van vaak slecht weer, sterke stromingen en een rotsachtige kust. Toeristische trekpleisters op Corsica zijn het UNESCO erfgoed natuurreservaat Scandola, de Genuese torens en bruggetjes, de bergen zoals de Col de Bavella en de Monte Cinto, het oudheidkundig park Filitosa en talloze stadjes met burchten en citadellen zoals Ajaccio, Bonifacio, Calvi en Corte.
De zegels zijn op 16 oktober 2008 uitgegeven in het thema “gezamenlijke uitgiften”.
Ontwerp en gravure: Vi Kim Lien. Drukvorm: héliogravure.

Je suis sport
Op de zegel wordt de tekst “je suis sport” afgebeeld. Sinds januari 2007 is La Poste partner van de scheidsrechters basketbal, handbal, voetbal en rugby. Het partnerschap onderstreept het streven te komen tot een nieuwe visie op arbitrage en sportief gedrag.
Op deze wijze wordt het mogelijk nieuwe technologieën toe te passen en een nieuwe vertrouwensrelatie op te bouwen tussen de arbitrage, de sporters en het publiek. Elke tak van sport heeft zijn eigen discussies over de toe te passen methodiek van arbitrage: wel of geen elektronische tijdopname, wel of geen videobeelden als controle materiaal, het aantal scheidsrechters, e.d.
De zegel is op 6 oktober 2008 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp en gravure: Laurent Scandolo. Drukvorm: héliogravure.

Emission Commune France-Israel
Op de zegels wordt de eerste vlucht tussen Frankrijk en Israel, op 12 juni 1948, met de daarbij behorende luchtpostenvelop met eerste vlucht frankeerzegels afgebeeld. De zegel met frankeerwaarde 0,55 € toont Haifa, de zegel met frankeerwaarde 0,85 € Parijs.

Frankrijk en Israël onderhouden al zestig jaar diplomatieke betrekkingen. Israël is uitgenodigd zich te presenteren op de 62ste Salon philatélique d’Automne 2008. De geschiedenis van Israël is onlosmakelijk verbonden met de Bijbel. Het land werd de thuishaven voor het Joodse volk, maar ook Christenen en Moslims beschouwen Israel als Heilig Land. In november 1947 stemde Frankrijk voor de vorming van de staat Israël wat op 14 mei 1948 zijn beslag kreeg.
De zegels zijn op 10 november 2008 uitgegeven in het thema “gezamenlijke uitgiften”.
Ontwerp en gravure: Pierre-André Cousin. Drukvorm héliogravure.

Jean-Jacques Henner
Op de zegel wordt het kunstwerk “Jeune fille se chauffant les mains à un grand poêle” afgebeeld.
Jean-Jacques Henner werd op 5 maart 1829 in Bernwiller (Alsace) geboren. Henner was een zeer succesvolle schilder en portrettist van vrouwelijke naakten. Hij schilderde ook religieuze onderwerpen, landschappen en stillevens. Henner is bekend om zijn gebruik van de sfumato. Dit is een schildertechniek waarbij de omtrekken van onderwerpen in het schilderij wazig worden gemaakt zodat de vormen wat vaag worden en de contouren onscherp. Beroemd zijn zijn zelfportretten. Zijn eerste artistieke opleiding kreeg hij in Altkirch; later studeerde hij in Strasbourg. In 1846 schreef hij zich in aan de Ecole des Beaux-Arts in Parijs.Tijdens zijn frequente bezoeken aan de Elzas maakte hij portretten van zijn gezin. Jean-Jacques Henner overleed op 23 juli 1905 in Parijs.
De zegel is op 20 oktober 2008 uitgegeven in het thema “kunst”.
Ontwerp en gravure: Jean-Jacques Henner. Drukvorm: héliogravure.

Les visages de la Ve République
Op de twaalf zegels worden de Mariannes van de vijfde republiek en de Haan van Decaris afgebeeld.
Ter gelegenheid van de 62e Salon d’Automne (november 2008) geeft La Poste de zegels opnieuw uit in hun oorspronkelijke weergave. Achtereenvolgens zijn dat: Marianne à la Nef (1959-1961/62), Marianne de Decaris (1960-1965), Marianne de Cocteau (1961-1967), Coq de Decaris (1962-1968), Marianne de Cheffer (1967-1971), Marianne de Béquet (1971-1978), Sabine de Gandon (1977-19781), Liberté de Gandon (1982-1990), Marianne de Briat ook wel Marianne du Bicentenaire (1989-1998), Marianne du 14 juillet ook wel Marianne de Luquet (1997-2004), Marianne des Français ook wel Marianne de Lamouche (2005-2007) en Marianne l’Europe ook wel Marianne de Beaujard (2008).

De twaalf zegels zijn in de vorm van een carnet op 10 november 2008 uitgegeven als semi-permanente frankeerzegels.
Ontwerp : André Regagnon, Albert Decaris, Jean Cocteau, Pierre Béquet, Pierre Gandon, Henry Cheffer, Louis Briat, Eve Luquet, Thierry Lamouche. Gravure: Phil@poste. Drukvorm: héliogravure.

Capitale Européenne: Prague
Op de zegels worden de Karelsbrug met toren Mala Strana, de stadhuisklok, de burcht en de Tynkerk afgebeeld.
Praag wordt beschouwd als een van de mooiste steden van Europa. Het historische centrum staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De Gouden Stad, zoals de bijnaam van Praag luidt, ligt aan de rivier de Moldau. Karelsbrug: Het beroemde bouwwerk van Praag verbindt Oude Stad met Kleine Zijde. Tot 1741 was de Karelsbrug de enige overspanning over de Moldau. De 502 meter lange brug is gemaakt van zandsteenblokken, die volgens geruchten met een mengsel van mortel en eieren werden verstevigd. Karel IV gaf Peter Parler in 1357 toestemming om die brug te bouwen ter vervanging van de Judithbrug.
Stadhuisklok: De astronomische klok aan het Stadhuis is in 2005 gerestaureerd. Elk uur voltrekt zich de processie van twaalf apostelen. Elf apostelen met Paulus komen naar voren. Petrus leidt de processie. Na dit ritueel klinkt er gekraai van een haan en slaat de klok de tijd.

De kleine wijzer geeft drie tijden tegelijk aan. In de buitenste ring wordt de tijd in de Arabische telling aangeduid. Volgens die telling kent een dag 24 uur en begint de telling bij zonsondergang. De Romeinse cijfers geven de tijd aan zoals wij dat gewend zijn. Het blauwe deel is de klok naar Mesopotamisch voorbeeld, waarbij de dag in twaalf in lengte variërende uren is verdeeld. Praagse Burcht: De originele Praagse Burcht stamt uit 880 en is gesticht door Borovoj, de oudst bekende vorst van de Przemysliden. De huidige gebouwen zijn in drie stijlperioden verankerd: romaans, gotiek en classicisme. De Praagse Burcht vormt tegenwoordig een van de grootste gesloten paleizencomplexen ter wereld. Alleen de voorzijde is al een halve kilometer lang. De burcht is de grootste burcht ter wereld, met een oppervlakte van 7,5 hectare. Tynkerk: De vele spitsen van de Tynkerk beheersen het Plein Oude Stad. Met de bouw van de huidige kerk werd in 1365 begonnen. De Tynkerk heeft altijd een centrale rol in de Reformatie in Bohemen gespeeld en tussen het begin van de 15de eeuw en 1620 was het de belangrijkste kerk van de hussieten in Praag.
De zegels zijn in de vorm van een bloc op 10 november 2008 uitgegeven in het thema “Europese hoofdsteden”.
Ontwerp: Cécile Millet. Gravure: Valérie Besser. Drukvorm: héliogravure.

Honoré Daumier
Op de zegel wordt “Un guichet de théâtre” afgebeeld. Honoré Daumier werd op 26 februari 1808 in Marseille (Bouche-du-Rhône) geboren. Hij was een Frans cartoonist, schilder en beeldhouwer. Tijdens zijn leven was Daumier vooral bekend als politiek en sociaal satiricus. Na zijn dood begon men ook de esthetische kwaliteit van zijn schilderijen en beeldhouwwerken in te zien. Daumier begon zijn loopbaan als grafisch kunstenaar na een opleiding in de lithografie, daarvoor had hij een jaar automechanica en elektronica gestudeerd. In 1832 werd hij wegens majesteitsschennis voor zes maanden gevangen gezet vanwege een monarchie kritische satire over Lodewijk Filips van Frankrijk. Daumier’s spotprenten op advocaten en rechters zijn nog steeds populair onder juristen en sieren menige advocatenpraktijk. Honoré Daumier overleed op 10 februari 1879 in Valmondois.
De zegel is op 10 november 2008 uitgegeven ter gelegenheid van de tweehonderste geboortedag van Honoré Daumier.
Ontwerp: Aurélie Baras. Gravure: Jacky Larrivière. Drukvorm: taille-douce.

Terug naar boven

Bij de achterpagina – Machiel van der Velden


Brief van Beyrouth naar Lyon. Stempel G.C. 5082 = Beyrouth. De brief is in
Marseille afgeslagen met het stempel “Paquebots de la Méditerranée.
(coll. Peter Leever)

Terug naar boven

Zolpidem 10 mg online kopen Zopiclon 7.5 mg online kopen Rybelsus kopen online Acheter Slimex (sibutramine) Acheter Contrave (naltrexone) en ligne Acheter Zolpidem 10 mg en ligne Comprar Zaldiar online Zopiclon 7.5 kaufen in Deutschland