Marianne Bulletin 156 – februari 2008

Artikelen:

Bij de voorpagina – Machiel van der Velden

       

Viva la France

In 1940 richtte Generaal de Gaulle zich in zijn beroemde oproep tot alle Fransen (kaart van de heer J. Floriijn). Anno 2008 richt president Sarkozy zich tot alle postzegelvrienden (zie elders in dit blad). Het leven in Frankrijk is er een stuk eenvoudiger op geworden!

In 1968 hield Van Dieten een veiling met alleen kavels van Frankrijk en koloniën. Ongetwijfeld zijn vele nummers terecht gekomen bij leden van de toen net opgerichte Contactgroep. Bovenstaande brief bevindt zich vast ook in de collectie van een lid van het eerste uur. In 1968 hield Van Dieten een veiling met alleen kavels van Frankrijk en koloniën. Ongetwijfeld zijn vele nummers terecht gekomen bij leden van de toen net opgerichte Contactgroep. Bovenstaande brief bevindt zich vast ook in de collectie van een lid van het eerste uur.

Terug naar boven

OAF (3) Van Rivières du Sud naar Guinée Française – Otto Verkoren

De Fransen begonnen de verovering van “hun” West- Afrika vanuit versterkte nederzettingen aan de kust, van waaruit zij landinwaarts trokken. Mettertijd zouden de verspreide Franse bezittingen uitgroeien tot Afrique Occidentale Française (AOF). Dit zeer uitgestrekte gebied zou acht koloniën omvatten: Senegal, Mauretanië, Soudan Français (thans Mali), Guinée Français, Haute Volta (nu Burkina Faso), Niger, Ivoorkust en Benin/- Dahomey, dat inmiddels weer Benin heet. Het mandaatgebied Frans Togo,óók gelegen in West-Afrika, maakte geen deel uit van AOF.
De verschillende koloniën van AOF ondergingen in de loop van de tijd allerlei ingrijpende, territoriale en bestuurlijke veranderingen. De koloniale (post)- geschiedenis van Guinée Française laat dat óók duidelijk zien.

Vanaf het midden van de zeventiende eeuw bezaten de Fransen in het West-Afrikaanse kustgebied, ruwweg tussen St.Louis aan de Senegal rivier en Ouidah in Benin/ Dahomey een aantal bloeiende, versterkte handelsnederzettingen, de zgn. comptoirs. Aanvankelijk waren deze nederzettingen in handen van particuliere handelscompagnieën (zoals bijv. de Compagnie Royale du Sénégal), later vielen ze toe aan de Franse staat. Zo waren er, in het gebied ten zuiden van Senegal, enkele Franse “vlekken” ontstaan, dankzij verdragen die waren afgesloten met lokale hoofden. Bij de monding van de Nuñez-rivier was de nederzetting Boké tot ontwikkeling gekomen. Verder zuidelijk, aan de monding van Pongo- rivier, groeide en bloeide de nederzetting Boffa. Op het nog zuidelijker gelegen schiereiland, Toumbo, was de nederzetting Conakry ontstaan, die later de hoofdstad van de kolonie zou worden. Aan de monding van de Mellacorée Rivier lag het Franse handelscentrum Benty (ook wel Benti of Banti). Deze en enkele andere, later ontstane kustnederzettingen, werden gemakshalve, aangeduid als “Rivières du Sud”. Het gebied werd aanvankelijk bestuurd vanuit Senegal (d.w.z. vanaf het eiland Gorée), dat geruime tijd als hét militair-administratieve centrum van Frans-West Afrika functioneerde. Een van de opmerkelijke postale gevolgen daarvan waren de brieven met stempels zoals “Conakry, Sénégal”. Daarvoor moet de portemonnee overigens stevig open, zéker wanneer het gaat om zegels uit de periode van de vroege Emissions Générales met, als extraatje, mooie pakketvaart-stempels (bijv. van de dienst Marseille- Loango vv).

Gaandeweg smolten de “losse” gebiedjes van de Rivières du Sud samen tot een langgerekte kuststrook, voor zover de terreingesteldheid (met zijn vele riviermondingen en mangrove-moerassen) dat toeliet.

In 1891 werden de Rivières ontkoppeld van Senegal. Het gebied krijgt een autonome status met de naam “Rivières du Sud”. Stempels daarvan zijn tamelijk bekend, zéker op de laatste emissie van de Emissions Génerales, de zgn. Alphéé Dubois, met de inscriptie “Colonies Postes”. In 1983 werd de naam veranderd in “Guinée Française”. De Rivières du Sud stempels blijven op talloze postkantoren nog lang naijlen.

Achter de kust lag het uitgestrekte berggebied van de Fouta Djalon, dat goeddeels behoorde tot het Rijk van de Mandingué-vorst Samory. De Fransen hadden al herhaaldelijk kennisgemaakt met Samory’s goed georganiseerde én goed bewapende legers, óók in het zuiden van Soudan Français (d.w.z. “de achterkant” van het Fouta Djalon-gebergte). Samory’s rijk was een forse sta-in-de-weg voor de Franse expansie: niet alleen blokkeerde het de Franse opmars vanuit het kustgebied van Guinée Française, maar ook vanuit Soudan Français. Nu stond Samory in (de randgebieden van) zijn Rijk wel de aanwezigheid van buitenlandse (Franse) handelaren toe; handel leverde immers geld op en daarmee kon Samory o.a. wapens kopen om de strijd tegen Fransen voortzetten. De Franse koopman Olivier de Sandaval bouwde op een succesvolle wijze een handelsimperium in de Fouta Djalon uit, dat voor Franse bestuurders en militairen (stilletjes) als bruggenhoofd zou dienen. Uiteindelijk werden de troepen van Samory in de tang genomen door Franse eenheden, die van twee kanten oprukten, uit het noorden (Soudan) én uit het zuiden (Guinée). Samory en zijn legers werden verdreven naar het oostelijke gedeelte van zijn rijk, in “Ivoorkust” (waar de Fransen hem later opnieuw tegenkwamen).

De occupatie van het Fouta Djalon gebied door de Fransen was een aanzienlijke uitbreiding van Guinée. Bovendien had het Frans-koloniale bestuur besloten tot een ingrijpende opsplitsing van Soudan Français, de zgn. Dislocation du Soudan. Het gevolg van deze opsplitsing was dat een aanzienlijk stuk van het zuidelijke deel van Soudan toeviel aan Guinée Française. Het laatste gebied strekte zich daarna uit van de Atlantische kust tot ver in de woud-zone én in de zuidelijke Niger-vlakte. In 1899 werd de grens tussen Guinée en het Britse Sierra Leone vastgesteld, via een verdrag met de Britten. De grens tussen Guinée en het onafhankelijke Liberia had veel meer voeten in de aarde, o.a. omdat het Tomas-volk dwarslag.

Het zou tot 1911 duren voordat de Guinees-Liberiaanse grens was vastgesteld. Maar in 1911 was Guinée Française in territoriaal opzicht “af”.

Afgaande op de resultaten van de Frans-koloniale volkstellingen, waarmee kort na de Eerste Wereldoorlog een begin werd gemaakt, was het aantal uit Europa (Frankrijk) afkomstige bewoners van Guinée Française betrekkelijk klein. Verreweg de meesten van hen woonden in het kustgebied, in de hoofdstad Conakry en de andere, kleinere stedelijke centra. Daarbuiten, in het achterland, waren de buitenlanders slechts zeer bescheiden aanwezig, op plantages, in missieposten, als bestuursambtenaren in de provincieplaatsen etc. Dat nam echter niet weg dat het postnetwerk langzamerhand een forse expansie onderging. Terwijl de oudste postkantoren in de kustvlakte gesticht worden omstreeks 1885, ontstaat een eerste reeks postkantoren in het binnenland al zo’n tien jaar later, m.n langs de noordoostelijke “transport-as naar de Soudan Français en de Niger. In 1915 telde Guinée Française al zo’n 35 postkantoren, óók in het binnenland. Tegelijkertijd was er een behoorlijk postverbindingen- netwerk ontstaan, die vanuit het kustgebied het binnenland in waaierden. Postlopers, uitgerust met postzakken in de droge tijd of met metalen postblikken in de regenperiode, overbrugden –estafettegewijs- forse afstanden in een verbazingwekkend korte tijd. De afstand Conakry-Kouroussa bijv. (zo’n580 km.) werd bijv. afgelegd in 14 dagen, met dagmarsen (etappes) van zo’n40 km.

Het begin van de twintigste eeuw bracht tal van veranderingen. De stoomboot-pakketvaart naar Europa werd verbeterd. Niet alleen werden de vaar-frequenties verruimd, ook buitenlandse maatschappijen kregen het recht op deelname aan het postvervoer. Zo zou Elder Dempster op weg naar Engeland, post meenemen van Conakry naar La Havre vv., terwijl de Woermann Linie op weg naar Noord-Duitsland aanliep in Boulogne.

 Terwijl het binnenlandse postnetwerk werd aangepast aan de veranderde dienstregeling van de pakketvaart, werd ook vooruitgang geboekt met de bouw van de spoorlijn van Conakry naar Kankan (ruim650 km.), een monsterproject dat vaak door bijzonder weerbarstig terrein ging en dat bijzonder veel tijd (en geld) heeft gekost. De spoorwegbouw verliep in verschillende etappes en zou leiden tot een snelle groei van stadjes lang de spoorlijn; verschillende daarvan zouden fungeren als verdeelpunt voor postverkeer naar de wijdere omgeving. Wat later werd óók geëxperimenteerd met passagiers- en postvervoer door de lucht. (Saillant detail: geruime tijd geleden is de spoorlijn naar Kankan opgedoekt, evenals het geregelde binnenlandse luchtverkeer). Luchtpostbrief Aeroclub de Guinée?

Het lijkt erop dat het kustgebied van Guinée, waar verreweg de meeste buitenlanders woonden, de meeste post heeft gegenereerd. Twintigste eeuwse, koloniale, brieven met afstempelingen van Conakry, Boké, Boffa, Benty, of Dubreka duiken nog regelmatig op bij veilingen of in de handel.

 Afstempelingen uit het binnenland zijn daarentegen veel lastiger, waarbij de slechte toegankelijkheid én de relatief geringe aantallen Fransen een belangrijke rol spelen. Na de bouw van de spoorlijn en de opkomst van grootschalige mijnbouw in het binnenland neemt het aantal buitenlanders snel toe en daarmee ook de post, zélfs uit de kleinere provinciale bestuurscentra. Brieven of netjes afgestempelde postzegels uit de periode na 1920 zijn in het algemeen niet duur. Het vinden ervan vertoont veel verwantschap met de spreekwoordelijke speld in de hooiberg! Wél lastig (en mij tot nu toe nog niet gelukt) zijn de Soudan Français afstempelingen van de postkantoren die bij de Dislocation du Soudan overgedragen werden aan Guinée. Maar wie weet, wat niet is kan komen.
Terug naar boven

Uit de tijdschriften – Machiel van der Velden

Les feuilles marcophiles van juli 2007 wijdt een artikel aan een aantal verkeerd bezorgde brieven tussen de jaren 1832 en 1835 en al de extra handelingen die nodig waren om zo’n fout te herstellen. Er werden niet alleen extra aantekeningen of stempels op de envelop geplaatst, maar bovendien moesten er uitvoerige begeleidende formulieren worden geschreven. Voor mij persoonlijk zijn die brieven interessanter dan die “overbodige” paperassen.

Een ander artikel in hetzelfde tijdschrift behandelt een aspect van de censuur in de Eerste Wereldoorlog, namelijk de speurtocht naar brieven waarvan gedeelten met onzichtbare inkt zouden zijn geschreven. Voor de scheikundigen onder u is het wellicht boeiend om te lezen van welke technieken men gebruik maakte om deze inkt weer zichtbaar te maken. Voor de filatelisten die in censuur geïnteresseerd is het goed te weten, dat de brieven, die op dit aspect gecontroleerd zijn een sterretje in het censuurstempel kregen. (zie afbeelding). Zelf zou ik bijzonder op prijs stellen of iemand mij kan vertellen of ook in de tweede Wereldoorlog iets dergelijks gebeurde.

L’écho de la Timbrologie van december meldt, dat Yvert en Tellier voor het eerst een veiling zullen organiseren en laat uit hun aanbod een aantal stukken zien om van te watertanden. Ook wordt er aandacht besteed aan de tentoonstelling die momenteel in het Parijse postmuseum wordt gehouden “Guerre et poste”. Bij die expositie wordt uitgebreid aandacht geschonken aan het functioneren van de post, gedurende de drie grote oorlogen, die van 1870 en de 1e en 2e wereldoorlog. Uiteraard wordt er een echte “boule de Moulins” getoond, maar er zijn ook affiches en niet uitgevoerde ontwerpen te zien. (Tentoonstelling nog tot 15 maart).

 Eveneens in dit nummer een stukje postgeschiedenis over de tarieven van eind 1946, begin 1947. 1 januari 1947 werd het tarief voor een normale binnenlandse brief verhoogd van 3 naar 5 franc. Deze verhoging van 66% viel uiteraard niet in goede aarde, reden waarom na een paar weken alweer een verlaging naar 4 fr.50 plaats vond.

Bij de Marianne van Gandon vindt u deze geschiedenis in de verschillende waarden terug. Hoe dit exact in zijn werk ging kunt u in genoemd artikel terugvinden.

Het is aardig, dat Timbres Magazine van januari 2008 hier ook aandacht aan besteedt, maar dit blad spitst het vooral toe op de rode 5 fr. Gandon (Yvert no.) met de opdruk – 10%, een zegel die niet in de Yvert voorkomt, maar die de Dallay wel vermeldt voor een astronomisch bedrag. De ‘gelukkige’ koper die in 2001 een van die zegels voor 35.000 francs wist te bemachtigen, dacht op de eerstvolgende tentoonstelling goede sier met deze zegel te maken.

 De jury keurde deze zegel echter af en daarna heeft de rechterlijke macht zich gebogen over de kwestie wanneer een zegel een “niet-uitgegeven”-zegel is of wanneer het gewoon maakwerk betreft. Er zijn op dit moment 25 van deze zegels bekend, maar voordat u er een aanschaft, moet u eerst dit artikel lezen.

Echo van december heeft nog meer; een artikel over de stakingszegels van de Kamer(s) van koophandel. De verschillende Franse catalogi hebben ieder een eigen mening, maar volgens de schrijver van dit artikel kunnen alleen de uitgaven van Amiens (1909) en Loiret (1953) aanspraak maken op het etiket “zegel’. Alle overige stakingszegels zijn volgens hem vignetten.

Echo van januari bevat vooral vervolgartikelen. In de eerste plaats het slot van de serie over de gepersonaliseerde zegels. In de tweede plaats een vervolg over de tarieven van het jaar 1947 en een vervolg over de stakingszegels van de Kamers van koophandel. Dit keer komen komen de zegels van Epinal en Saint-Dizier er goed af en worden de overige als vignetten bestempeld. Tenslotte zet het blad nog eens alle Franse zegels van 2007 op een rijtje.

Zowel la Philatélie française als Timbres magazine (december 2007) besteden aandacht aan Nicolas Sarkozy, die in een open brief aan de postzegelvrienden vertelt, dat hij vanaf zijn vroegste jeugd een enthousiast verzamelaar is. Hij prijst de culturele waarde van het verzamelen en hij belooft zich in te spannen om weer een groter aantal Franse zegels in diepdruk te laten uitgeven, vanwege de grote artistieke waarde van zulke uitgaven. Ook wil hij, dat er een landelijke discussie komt over de toekomst van de filatelie. Uiteraard wordt er al hard gewerkt aan “zijn” Marianne, die 1 juli zal uitkomen. (Dit laatste gegeven staat overigens niet in genoemde brief.) Sarkozy eindigt de brief met “je vous prie d’agréer, Cher(e)s Ami(e)s philatelistes, l’ expression de mes sentiments les meilleurs et cordiaux » en dat klinkt toch veel mooier dan het Nederlandse “nou, doeg!”

In Timbres magazine van januari 2008 staat een artikel over de vredesduif van 1934 (la Colombe de Daragnès) en een onvoorstelbaar mooie verzameling van brieven van Guadeloupe, verzameld door de heer Grabowski en onlangs in New York geveild. De afgebeelde exemplaren brachten tussen de 1000 en 90.000 dollar op. Ik greep er weer naast.

Terug naar boven

Het hoe en waarom van moderne Franse postzegels – Cees van Rantwijk

Sourires (2007)
Op de 10 zegels worden cartoons afgebeeld.
Alex Nesme is een Franse vormgever en tekenaar van postzegels. Hij is producent van de reeks Grabouillon. Voor La Poste ontwierp hij de Meilleur voeux zegels 2006 en dit keer de Sourires zegels. Zijn ontwerpen worden gekenmerkt door driedimensionele figuurtjes die op mensen lijkende dieren voorstellen. In 2006 waren dat rendieren en pinguïns. Dit keer is dat een humoristische, kleurrijke koe.

De zelfklevende zegels zijn op 1 oktober2007 inde vorm van een carnet als semi-permanente zegel uitgegeven. Ontwerp en gravure: Alexis Nesme. Drukvorm : offset. 

Sully Prudhomme
Op de zegel wordt portret van Sully Prudhomme afgebeeld.
De Franse schrijver Sully (René François Armand) Prudhomme werd op 16 maart1839 inParijs geboren. Prudhomme studeerde natuurwetenschappen, literatuur en klassieke talen. Hij voltooide een studie rechten en werkte als advocaat in Parijs. Toen hij midden twintig was wijdde hij zich geheel aan de literatuur en de filosofie, waarbij hij de wereld van de techniek en de wetenschap met die van de geest en de schoonheid probeerde te verbinden. In 1881 werd hij als literator beloond met opname in de Académie Française en in 1895 als morele autoriteit benoemd tot Chevalier de la Légion d’honneur. Toen in 1901 de eerste Nobelprijs voor de literatuur werd uitgereikt, sprak het vanzelf dat Prudhomme hem kreeg, zo bekend en gewaardeerd was hij in heel Europa. Zijn bekendste gedicht is Le Vase brisé (1865), over een ongelukkige liefde. Hij overleed op 7 september1907 inChâtenay-Malabry.
De zegel is op 17 september 2007 uitgegeven ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Sully Prudhomme.
Ontwerp en gravure: Yves Beaujard. Drukvorm: taille-douce.

Conquête de l’espace
Op de zegel worden drie ruimtevaartuigen en twee stuwraketten afgebeeld: de Spoetnik 1, de Apollo 11, de SPOT 5, de Ariane 5 en de Sojoez 2.

De Spoetnik 1 werd gelanceerd op 4 oktober 1957 om 22:48:34 uur. Deze datum wordt vaak gezien als de officiële start van het ruimtevaartperk. Het ruimtevaartuig werd gelanceerd van het Kazachstaanse lanceercomplex Tjoera-Tam en draaide rondjes om de aarde. De Spoetnik1 bestond uit een aluminium bol (gewicht83,6 kg, doorsnee58,5 cm) met daarin een accu, een ventilator voor de temperatuurregeling, 2 radiozenders met aan de buitenkant 4 ongeveer3 meterlange sprietvormige antennes. De ingebouwde zender zond regelmatig een pieptoon uit totdat na 21 dagen de batterijen waren uitgeput. In de lengte van de piepjes waren gegevens over temperatuur, druk en spanning in de satelliet gecodeerd. Op 4 januari 1958 viel de Spoetnik 1 terug naar de aarde en verbrandde in de atmosfeer.

Apollo 11 was de missie van het Project Apollo die het doel had als eerste op de maan te landen. De bemanning bestond uit de astronauten Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins. Op 16 juli 1969 werd de Saturnus V-raket gelanceerd om 9.32 uur plaatselijke tijd van lanceerplatform 39A op het Kennedy Space Center. Op 20 juli om 16.18 uur landde de maanlander in de Mare Tranquilitatis. Om 22.56 uur zette Armstrong als eerste mens een voet op de maan met de legendarische woorden “It’s one small step for a man, one giant leap for mankind.” De reis eindigde op 24 juli 1969 om 12.21 uur.

SPOT (Satelite Pour l’Observation de la Terre) is de naam van een serie commerciële observatiesatellieten, gelanceerd door de Franse ruimtevaartorganisatie CNES. De SPOT 5 werd gelanceerd op 4 mei 2002. Het door SPOT satellieten verzameld beeldmateriaal is onderling vergelijkbaar. SPOT satellieten volgen een baan om de aarde die nagenoeg cirkelvormig is op een hoogte van830 km. Zij onderscheiden details met een afmeting van2,5 m.

De zegel is op 5 oktober 2007 uitgegeven ter herinnering aan het feit dat 50 jaar geleden het ruimtevaarttijdperk begon.
Ontwerp en gravure: David Ducros. Drukvorm: héliogravure.

Portraits de régions la France à vivre
Op de tien zegels van de tiende emissie vervolgt La Poste haar missie om aandacht voor de typische Franse culinaire en culturele aangelegenheden te vragen.
Le parfum de Grasse: Grasse is de afgelopen 400 jaar het centrum van de parfumindustrie geweest. Daarvoor was het een stad van leerlooiers. In de 16de eeuw begonnen uit Italië afkomstige handschoenenmakers de geuren van plaatselijke bloemen te gebruiken om zachte leren handschoenen te parfumeren.
Le béret basque: Oorspronkelijk komt de baret uit Béarn, een voormalige Franse provincie aan de voet van de Pyreneeën. Het is niet te achterhalen hoe deze traditie is ontstaan. Het dragen van de baret is in Europa populair geworden in de 19de eeuw.

Le marché de Noël: De traditie van de kerstmarkt komt uit Duitsland. Op kerstmarkten worden allerlei kerstartikelen verkocht, maar ook eten en drinken, zoals glühwein. In de 14de eeuw werden dergelijke markten “Markten van Saint-Nicolas” genoemd. De bekendste kerstmarkt van Frankrijk is die van Strasbourg (Bas-Rhin). Deze staat sinds 1570 op de kaart.
Les tapisseries d’Aubusson: Aubusson is beroemd op zijn wandtapijten. Waarschijnlijk is de tapijtweefkunst, een handwerk dat er sedert de 15de eeuw wordt uitgeoefend, hier uit Vlaanderen geïmporteerd. Na een mindere periode kreeg Aubusson in de 20ste eeuw zijn internationale reputatie als centrum van de wandtapijtkunst terug.

Le Savon de Marseille: Crecas Davin is in 1371 de eerste zeephandelaar in Marseille. Vanaf de 15de eeuw wordt zeep uitgevoerd naar Rhodos, Alexandrië en Geneve. Traditioneel heeft de zeep uit Marseille de vorm van een kubus en is een volledig natuurproduct.

Les Géants: Een herinnering aan het Bourgondische feestvertoon van de late Middeleeuwen? Of iets anders? De precieze oorsprong en bestaansreden van de reuzen van het noorden is niet bekend. Reuzen zijn soms wel8 meterhoge poppen in de vorm van vissers, boeren, zeelieden, soldaten e.d. De oudste reuzen werden vermeld in de 16de eeuw, maar het kan best zijn dat ze ouder zijn.

Le Melon: De meloen is al duizenden jaren bekend in India en Egypte. De Grieken en Romeinen kenden de meloen al. In de 15de eeuw bracht Karel VIII de meloen mee uit Italië. Hendrik IV was dol op meloenen. Onder Lodewijk XIV werden tal van verbeteringen aan de meloen aangebracht. Cavaillon wordt omgeven door groente- en fruitkwekerijen en wedijvert met andere steden om het kweken van de beste meloenen.

Les Charentaises: De charentaise is een soort pantoffel van vilt afkomstig uit het gebied van Charente. De charentaise werd in Rochefort in de 17de eeuw gemaakt uit het afval van het vilt dat werd gebruikt voor het maken van militaire uniformen. De charentaises worden ook wel “les silencieuses” genoemd omdat ze veelal gedragen worden door bedienden die zonder een geluid te maken zich in de kamers van hun meesters en meesteressen konden verplaatsen.

La Porcelaine de Sèvres: Porselein is een bijzondere vorm van keramiek (pottenbakkerskunst). Porselein is hard, doorschijnend en klinkt helder. Porselein is reuken smaakloos en verkleurt nauwelijks. Madame de Pompadour stichtte, nu ruim 250 jaar geleden, in Sèvres (Hauts-de-Seine) La Manifacture Royal de Sèvres, een porseleinfabriek. Het Sèvres porseleinen tafelservies wordt gekenmerkt door de vogeldecoratie.

Le bouchon lyonnais: Le bouchon lyonnais staat voor een simpel restaurantje met een eenvoudige en smakelijke keuken tegen een schappelijke prijs. Hier schaft de pot nog de echte traditionele keuken, het eten van de arme zijdewerkers van vroeger: lever, worst, spek, schapenpoten, varkensoren en maag. De wijn maakt geen onderdeel uit van het maal.

De tien zegels zijn uitsluitend in de vorm van een bloc op 1 oktober 2007 uitgegeven in het thema “erfgoed en tradities van Frankrijk”.
Ontwerp en gravure: Bruno Ghiringhelli. Drukvorm: héliogravure.

Foundation pour la recherche médicale
Op de zegel wordt een onderzoekskolf afgebeeld.
Kort na de Tweede Wereld Oorlog, in 1947, stichtten Jean Bernard, een van de grondleggers van de hedendaagse Franse geneeskunde, en Jean Hamburger een Stichting ten behoeve van de ondersteuning van geneeskundig onderzoek in Frankrijk. In 1962 werd deze organisatie omgevormd tot de “Fondation Recherche Médicale”. Het is een particulier initiatief. De Stichting komt aan financiële middelen door giften en donatiegelden. In 1965 werd de Stichting publiekelijk als zodanig erkend. Sinds dat tijdstip is de Stichting betrokken bij het onderzoek naar diverse ziekten (ziekte van Alzheimer, kanker, infarcten, leukemie, suikerziekte, sclerose, ziekte van Parkinson, etc.). Zij selecteert, onderzoekt en ontwikkelt per jaar gemiddeld 700 onderzoeksprojecten en kent jaarlijks wetenschappelijke prijzen toe. Deze prijzen worden overeenkomstig de wensen van de schenkers toegekend. Ofwel om een onderzoeker voor zijn buitengewone bijdrage op een bijzonder terrein te belonen, ofwel om het onderzoek naar een bepaald thema te stimuleren.

De zegel is op 22 oktober 2007 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp en gravure: Valérie Besser. Drukvorm: héliogravure.

Paul Sérusier
Op de zegel wordt het schilderij “La Barrière Fleurie” afgebeeld.
Paul Sérusier, de Franse kunstschilder, werd op 9 november1864 inParijs geboren. Op de Ecole Fénelon werd hij beschouwd als een briljante leerling en getalenteerd kunstenaar. De eerste tentoonstelling met een werk van Sérusier is de Salon van Parijs in 1888. Hij toont er het schilderij “Le Tisserand”. Vervolgens vertrekt Sérusier voor korte tijd naar Pont-Aven in Bretagne. In Pont-Aven ontmoette Sérusier Paul Gauguin, die hem adviezen gaf hoe te schilderen. Een eerste resultaat is een klein schilderijtje op hout “Le Talisman”. Paul Sérusier overleed op 6 oktober1927 in Morlaix.
De zegel is op 15 oktober 2007 uitgegeven in het thema “kunst.
Ontwerp: Paul Sérusier. Gravure: Valérie Besser. Drukvorm: héliogravure.

Guy Moquet
Op de zegel wordt een portret van Guy Môquet afgebeeld.
Guy Môquet werd op 26 april1924 inParijs geboren. Hij was een Franse schooljongen die tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte bij het verzet tegen de Duitse bezetting. Guy werd door de Duitsers opgepakt toen hij bij het Gare de l’Est in Parijs pamfletten van de communistische partij uitdeelde. Hij was een van de 27 gijzelaars die door de regering van Maarschalk Pétain, die collaboreerde met de nazi’s, lukraak gekozen waren als vergelding voor de liquidatie van een hoge Duitse officier. Guy Môquet werd op 22 oktober 1941 op 17– jarige leeftijd doodgeschoten. Aan de vooravond van zijn executie schreef hij een afscheidsbrief aan zijn ouders en zijn jongere broer. In die brief legt Guy uit wat hem bewogen heeft en waarom hij er niet tegenop ziet te worden vermoord. Hij heeft idealen en overtuigingen, maar ook dromen, ambities en verlangens. Een van de allereerste beslissingen die Nicolas Sarkozy na zijn aantreden als president van Frankrijk nam, is dat alle geschiedenisleraren in de eerste klas van de middelbare scholen voortaan in de eerste schoolweek na de grote vakantie die brief moeten voorlezen. Dat besluit was het begin van een debat over het Franse middelbaar onderwijs en de kennis van scholieren.

De zegel is op 22 oktober 2007 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp en gravure: Yves Beaujard. Drukvorm: taille-douce.

Dole Jura
Op de zegel wordt de stad Dole aan de Doubs afgebeeld.
Dole (Jura) is een statige stad, die zo kan dienen als decor voor een histori-sche film. Dole is de geboorteplaats van de beroemde biochemicus Louis Pasteur (1822 – 1895). In zijn geboortehuis is een tentoonstelling over zijn leven. Pasteur woonde hier van 1830 tot 1839 en kwam er later vaak terug om er vakanties door te brengen. Pasteur heeft het huis zelf verbouwd en ingericht. Een deel van de meubels staat er nog steeds en ook de stoffering is deels van zijn hand. Een belangrijk onderdeel van het museum bestaat uit het wetenschappelijk werk van Pasteur.
De zegel is op 5 november 2007 uitgegeven ter gelegenheid van “Timbres Passion2007”Timbres Passion is een competitie van de jeugd met als doel-stelling de passie voor de filatelie levendig te houden en het verzamelen te stimuleren. Zij bestrijden elkaar op de opzet van hun verzameling en hun kennis van de filatelie.

Ontwerp en gravure: Pierre Albuisson. Drukvorm: taille-douce.

France – Groenland
Op de zegels worden een portret van Jean-Baptiste Charcot en zijn schip “Pourquoi pas?” afgebeeld.
Twee Franse onderzoekers van Groenland: Jean-Baptiste Charcot en Paul-Emile Victor met het schip de “Pourquoi pas?” worden in de gezamenlijke emissie Frankrijk- Groenland uit de vergetelheid gehaald. Jean Baptiste Charcot is de bekendste Franse poolreiziger. Hij werd geboren op 15 juli1867 inNeuilly-sur-Seine, een voorstad van Parijs. Hij leidde in het begin van de 20ste eeuw twee expedities naar Antarctica. Maar ook het Noordpool- gebied was een favoriete bestemming van hem. In 1934 zette hij de ontdek-kingsreiziger van Groenland en de poolgebieden Paul-Emile Victor (1907 -1995) op Groenland af en haalde hem een jaar later weer op. Op 16 septem-ber 1936 kwam Charcot in een zware storm terecht en liep op de klippen van IJsland. Er was slechts één overlevende. Jean-Baptiste Charcot werd op 12 oktober1936 inParijs begraven op Montmartre.
De diptyque is op 12 november 2007 uitgegeven ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Paul-Emile Victor. Het tarief van de ondeelbare diptyque is 1,14 €. De frankeerwaarde van de zegels is respectievelijk 0,54 € en 0,60 €.
Ontwerp en gravure: Martin Mörck. Drukvorm: taille-douce / off-set.

Marianne de Cheffer
Op de zegels worden Marianne de Cheffer en Marianne de Lamouche afgebeeld.
Eigenlijk begint het verhaal van de “Marianne de Cheffer” in 1954. Bij de voorbereiding van de Ve Republiek vindt de toenmalige Minister van PTT André Bardon, het tijd dat ook de “timbre d’usage courant” een ander ge– zicht krijgt. Hij schrijft een tender uit met de bedoeling een alternatief voor de “Marianne de Gandon” te vinden, een postzegel die het image van Frank-rijk goed weergeeft. In eerste instantie wordt dat de “Marianne de Muller” (1955 – 1959). De opvolger van deze zegel is de “Marinne de Cheffer”. De eerste emissie dateert van 1967.
Het carnet, bestaande uit 12 zelfklevende zegels – 6 maal Marianne de Chef-fer en 6 maal Marianne de Lamouche, is op 12 november 2007 uitgegeven ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van Marianne de Cheffer. Het tarief 6,48 €. De zegels zijn bestemd voor verzending van een brief tot20 gramin het binnenland en naar DOM-TOM.
Ontwerp: Henry Cheffer en Thierry Lamouche Gravure: Claude Jumelet en Pierre Albuisson. Drukvorm: taille-douce.

Coupe du monde de handball
Op de zegel wordt een spelfragment afgebeeld.
Van 2 tot en met 16 december 2007 organiseert Frankrijk het 18de Wereld-kampioenschap Handbal voor dames. Dit is de eerste keer dat het kampioen-schap voor dames wordt georganiseerd. Frankrijk was in 1848, 1970 en 2001 gastland voor het kampioenschap voor heren. Handbal is een balsport die zijn oorsprong heeft in Denemarken.
In 1919 werden in Duitsland de spelregels geformaliseerd. Tegenwoordig wordt handbal gespeeld door 6 spelers en een keeper op een veld van40 meter lang bij20 meter breed met aan beide kanten een doel van 2 bij3 meter. Het spel gaat snel heen en weer en de spelers zijn afwisselend verdedigers en aanvallers.
De zegel is op 12 november 2007 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp en gravure: Stéphane Pécot. Drukvorm: héliogravure.

Terug naar boven

Tarieven

  • 0,49 € – ÉCOPLI tot20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM
  • 0,54 € – brief tot20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM
  • 0,60 € – brief tot20 gram naar landen behorend tot Zone 1 (Europese Unie en Zwitserland)
  • 0,70 €- ÉCOPLI van 20 tot50 gram in het binnenland
  • 0,85 €- brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone 2 (rest van de wereld)
  • 0,86 € brief van 20 tot 50 gram in het binnenland
  • 1,15 € brief tot 50 gram naar landen behorend tot Zone 1
  • 1,30 € brief van 50 tot 100 gram in het binnenland
  • 2,11 € brief van 100 tot 250 gram in het binnenland
  • 5,50 € brief (courrier international économique) van 500 tot1000 gram naar landen behorend tot zone 1
  • De te onderscheiden zones zijn: France métropolitaine (incl. Monaco en Andorra)
  • DOM = départements d’Outre Mer (Guadeloupe, Martinique, Guyane, Réunion)
  • TOM = Territoires d’Outre Mer (St Pierre et Miquelon, Mayotte, Nouvelle Calédonie, Wallis et Futuna, Polynésie, TAAF)
  • Zone 1 = Europese Unie + Zwitserland (inclusief San Marino, Liechtenstein en Vaticaan): België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Engeland, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Madera, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Tsjechië, Spanje, Zweden, Zwitserland
  • Zone 2 = Rest van de wereld: Landen van Europa, buiten de Europese Unie en Zwitserland, Afrika, Amerika, Azië en Oceanië

Terug naar boven

Zolpidem 10 mg online kopen Zopiclon 7.5 mg online kopen Rybelsus kopen online Acheter Slimex (sibutramine) Acheter Contrave (naltrexone) en ligne Acheter Zolpidem 10 mg en ligne Comprar Zaldiar online Zopiclon 7.5 kaufen in Deutschland