Marianne Bulletin 155 – november 2007
Artikelen:
De geschiedenis van Frankrijk verteld door postzegels – Ted Mönchen
Vervolg van het artikel in de Jubileumbundel
Eerbetoon aan Virgilius
Virgilius is een zeer bekend Romeinse schrijver/dichter. Zijn meest bekende werk is wel “de Aeneas”. Hij leefde rond het begin van onze jaartelling in Italië en werd over de gehele wereld bekend. De postzegel, die aan hem gewijd is vertoont een mozaïek met landelijke taferelen, ploegen en zaaien. Dit uit de tweede eeuw afkomstige kunstwerk is te zien in het al eerder genoemde kasteel van Saint-Germain-en-Laye.
Jean Francois Champolion
(23 December 1790 – 4 maart 1832)
Deze, slechts 42 jaar oud geworden, beroemde Fransman beheerste op 15-jarige leeftijd de Hebreeuwse, Syrische en Chaldeewse taal. Maar belangrijker is zijn latere kennis van het Koptisch, een voortzetting van de Oudegyptische taal. Hierdoor is het hem gelukt in 1822 de inscripties/hiërogliefen op de zogenoemde “steen van Rosetta” ( kopie in het Rijks-museum van Leiden) te ontcijferen. Zijn hele leven werkte en studeerde hij als een bezetene, reisde veel en ondernam vele activiteiten. Zo had hij bemoeienis met de opzet van de afdeling Egyptische antiquiteiten van het Museum du Louvre in Parijs, was hoogleraar in oude talen, inscripties en letterkunde. Door uitputting overleed hij in 1832. De postzegel is uitgegeven ter gelegenheid van de 150e verjaardag van de ontcijfering van de hiërogliefen.
Ramses II
De in 1976 uitgegeven postzegel met daarop de Egyptische Farao Ramses de Tweede geeft een typerend beeld van deze wel als grootste farao aller tijden genoemde persoon.
Hij staat alleen in zijn strijdwagen. Gewoonlijk staan er twee personen, de wagenmenner en de strijder. Hij is beide in een persoon.
Ramses was een groot veldheer, maar tevens een grootse bouwer. De Abu Simbeltempel, die hij bouwde, moest zijn grote macht tegenover zijn vijanden aantonen.
Ondanks vele familieruzies en kuiperijen en zijn soms moeilijke gezondheidstoestand, overleed hij pas op 90-jarige leeftijd, na een, naar men vermoedt, regeringsperiode van ruim 66 jaar.
Venus van Milo
Men kan zich, evenals bij de Nike van Samothrace, afvragen, waarom een Grieks beeldhouwwerk op een Franse postzegel wordt afgebeeld. Het antwoord luidt dan vaak: “Omdat het in het Louvre staat”. Maar dat kan men van 30.000 andere kunstwerken ook zeggen. (Slechts 3000 zijn werkelijk tentoongesteld = 10 %!)
Maar, behalve zijn pracht, kleeft aan dit beeld wel erg veel Franse geschiedenis en activiteit.
De Venus van Milo, ook wel de Afrodite van Melos genoemd, werd door een zekere Alexandros van Antiogia gemaakt, vermoedelijk in de eerste eeuw van onze jaartelling. Een prachtig, op het eerste gezicht uit een stuk gevormd, beeld uit marmer uit Paros, een eiland in de Egeische Zee. Maar dit beeld is vervaardigd uit zeven losse stukken marmer. Een voor de torso, twee voor de armen en de andere stukken voor – naar men vermoedt – een voet, een gewaad, steunzuil en een voetstuk. Men veronderstelt, dat oorspronkelijk de linkerhand een appel vasthoudt en op een zuil rust. De rechterhand zou een gedrapeerd gewaad vasthouden.
De Venus van Milo werd op 8 april 1820 gevonden door een Griekse agrariër Yorgos Kentrotas. Op dezelfde dag, dat deze man stenen aan het verzamelen was voor een muur, groeven Franse zeelieden in de directe nabijheid van deze Griek, letterlijk en figuurlijk, naar het Griekse verleden. De Franse zeeofficier Olivier Voutier zag hoe Kentrotas de nis ontdekte, waarin de Venus verborgen was. Hij stond erbij en keek ernaar en wilde het beeld direct kopen. Na veel heen en weer gedoe en toevallige omstandigheden kwam het beeld in Franse handen.
Oorspronkelijk was het de bedoeling, dat het een geschenk zou zijn voor het hof van de sultan van Constantinopel. Slecht weer verhinderde het scheepstransport en hardnekkig aanhouden van de Franse kant, deden de meeste stukken in Frankrijk belanden. In februari 1821 werd de Venus van Milo aan koning Lodewijk XVII geschonken en in het Louvre tentoongesteld. De armstukken werden niet aan de torso gemonteerd, omdat men dacht dat het geen oorspronkelijke onderdelen van het beeld waren. En zo vormt, al meer da 175 jaar, dit meesterwerk uit de klassieke periode onderdeel van de expositie van het Louvre in Parijs.
De Franse School in Athene
Waarom een Franse school in Athene? Waarom staat op een postzegel, uitgegeven ter ere van het 150-jarig bestaan van die school in Athene ( EF A) de beroemde Tholos van Delphi?
Waarom School?
Frankrijk en haar inwoners en weten-schappers houden zich allang bezig met de Griekse cultuur en vooral de archeologie. Niet in de laatste plaats door de bindingen met Griekse en Romeinse kolonisten en vondsten in Frankrijk zelf. In 1841 is, onder andere door de dichter Charles Augustin Sainte-Beuve al gepleit voor een vaste voet op de (Griekse) grond, in de vorm van een wetenschappelijk instituut. Dergelijke instituten werden vroeger vaak “scholen” genoemd, ook in Nederland.
Dit idee kwam in een stroomversnelling door de hevige Britse concurrentie. Gekscherend wordt wel eens gezegd, “l’ecole Française est une creation de l’ Angleterre”.
Denk bijvoorbeeld aan de beroemde/beruchte Lord Elgin van de “Elgin Marbles” (Ornamentele sculpturen van de Atheense Acropolis). Ironisch genoeg woonde deze Brit bij zijn overlijden in Parijs.
In 1846 opende de Franse School haar poorten in Athene. Voor zover na te gaan zijn ook Nederlanders aan deze instelling verbonden geweest. In de archieven vindt men in de periode tussen 1901 – 1932 twaalf Nederlandse “membres”, waaronder een dame.
Waarom Delphi?
De EFA ( Ecole Française Athenes) richt zich op de Griekse archeologie in het algemeen, maar heeft enkele “speerpunten”. De stad Delphi is daar een van.
Wat is een Tholos?
Een Tholos is een rond gebouw met een koepelvormig dak, al dan niet omringd door zuilen en wordt vaak/meestal als koepelgraf gebruikt. Het wonderlijke van een dergelijke constructie is, dat de stenen op hun plaats worden gehouden door de druk van de aarde, waarmee het graf bedekt is. Als dus de aarde wegspoelt valt die druk weg, waardoor het geheel meer kwetsbaar wordt. Wellicht een verklaring voor het feit, dat er nu nog maar summiere resten aan te treffen zijn.
De postzegel toont een goed beeld van hoe het oorspronkelijke bouwwerk er uit zou gezien hebben.
In menig Grieks eethuis siert een afbeelding van de drie hoge zuilen de muur ( of het servet), als zijnde een van de hoogtepunten van Griekenland. Niet in de laatste plaats omdat dit gebouw, ten onrechte, omgeven wordt met een geheimzinnige waas.
Men dicht aan dit bouwwerk de plaats toe waar het “Orakel van Delphi” haar uitspraken deed. Zoek bijvoorbeeld op Internet naar de termen “Orakel-Delphi” en er worden afbeeldingen van deze Tholos getoond.
Uit de tijdschriften – Machiel van der Velden
Uiteraard moet de onvolprezen rubriek van Hans Gabriels voortgezet worden en met enige schroom neem ik (voorlopig?) deze taak op me. Ik hoop, dat het u er toe aanzet bepaalde onderwerpen verder te bestuderen en eens een bezoek te brengen aan de bibliotheek in Baarn waar al de genoemde bladen aanwezig zijn.
L’ Écho de la Timbrologie, juli,augustus 2007
Een interview met Ève Luquet, de ontwerpster van de naar haar genoemde Mariannezegel. Ze betreurt het, dat er steeds minder gegraveerde zegels worden uitgegeven en ze hoopt, dat deze tendens zal veranderen. Daarna vervolgt het artikel met een studie over “haar” Marianne, een artikel, dat wordt voortgezet in het september- en oktobernummer. Zelfs de specialisten van de Marianne van Luquet zullen zeker hierin nog iets van hun gading vinden.
Een fraai “plaatjesboek” is de vervolgserie Duxin, le magicien: 800 pieces inconnues, met afbeeldingen van zegels die nooit zijn uitgegeven, maar dienst hebben gedaan als voorontwerp van wél uitgegeven zegels. De maximafilatelisten komen aan hun trekken met een prachtig geïllustreerd artikel over de kastelen aan de Loire.
Écho de la Timbrologie, september 2007
Een kort artikel over een paar schitterende brieven, gefrankeerd met “aigles”, de eerste koloniale zegels. Buiten Luquet en Duxin (zie boven) volgt dan een artikel Impression….des timbres personnalisés. Dit verhaal is een aanvulling en vervolg op het artikel van Simon Behmo in onze jubileumbundel. Over de gepersonaliseerde zegels worden technische bijzonderheden gegeven, over de soort druk (heliogravure en offset) en over de fosforstrepen op deze zegels.
Uiteraard wordt er ook uitgebreide filatelistische aandacht besteed aan het wereldkampioenschap rugby, dat in Frankrijk gehouden werd.
Écho de la Timbrologie, oktober 2007
Het is jammer, dat Kees Spoelman niet meemaakt, dat de vereniging van Dole, waarvan hij erelid was, een grote manifestatie organiseert met ondermeer een tentoonstelling. Ter gelegenheid daarvan wordt aandacht besteed aan Louis Pasteur, die in Dôle werd geboren.
Verder in dit nummer een tweede vervolg op de Marianne van Luquet en een eerste vervolg op de Timbres personnalises.
Écho de la Timbrologie, november 2007
Verzamelaars van internationale antwoordcoupons vinden in dit nummer een artikel van hun gading. (Bij mijn weten hebben we niet zo’n verzamelaar binnen onze vereniging.)
Het artikel over de Timbres personnalises krijgt in dit nummer een tweede vervolg.
In Timbres Magazine, juli/augustus 2007 staat een “stempelexcursie” langs de zogenaamde Iles du Ponant, de piepkleine, soms nauwelijks bewoonde eilandjes voor de kust van Frankrijk in de Atlantische Oceaan.
Timbres Magazine van september vertelt de bewogen geschiedenis van de eerste emissie van Frankrijk. Voor de leden die het nieuwe boek van Brun en Chauvet op hun boekenplank hebben staan, zal dit artikel weinig nieuws bieden, maar als eerste kennismaking is het een interessant artikel. (Jean-Francois Brun/Michele Chauvet Introduction a l’histoire postale).
Aangezien de internationale antwoordcoupons honderd jaar bestaan besteedt ook Timbres Magazine aandacht aan dit verzamelobject. Tenslotte een interessant artikel over de Franse post in Togo tussen 1920 en 1960.
Timbres Magazine, oktober 2007
In dit nummer staat een prachtig inleidend artikel over de kolonie Tchad. Buiten een behoorlijk stuk geschiedenis passeren ook alle koloniale zegels van dit gebied de revue.
Verder een geestig stukje over al die dingen die oude brieven interessant kunnen maken, buiten de postzegel om: verandering van namen van straten of steden, het handschrift, beleefdheidsvormen, lakzegels, enz. enz.
Timbres Magazine, november 2007
In dit nummer een gesprek met Aurelie Baras, al meer dan tien jaar ontwerpster van een groot aantal postzegels.
Vanwege het feit, dat de Marianne de Cheffer al veertig jaar bestaat, een kort artikel over deze frankeerzegel en zijn ontwerper. Van de koloniën komt ditmaal Guinee uitgebreid aan de orde.
In Postillon (nr. 204, oktober 2007), het officiële orgaan van onze Duitse zusterclub springen twee artikelen over heel verschillende onderwerpen er uit.
In de eerste plaats het artikel over het Koninkrijk Westphalen. We spreken dan over de eerste jaren na 1807, wanneer de jongste broer van Napoleon Hieronymus in zijn naam als koning over Westfalen regeert. Niet alleen wordt er iets verteld over de organisatie van de posterijen in die tijd, maar alle “portvrijdomstempels” worden besproken en op brief getoond. In het totaal 52 stuks! Werkelijk een indrukwekkende verzameling. De eo-filatelisten zullen hiervan smullen. Het tweede opvallende artikel handelt over de interzonale kaarten, die tijdens de oorlog gebruikt werden voor familieberichten (en soms ook handelsberichten) tussen het bezette gedeelte van Frankrijk en het Vichy-gedeelte. Dit is op zichzelf reeds een moeilijk onderwerp. Heel bijzonder is het gedeelte waarin het gebruik van deze interzonale kaarten in de koloniën besproken wordt. M.v.d.V.
Hommage aan Assolant – Machiel van der Velden
In mijn jubileumlezing toonde ik een afbeelding van onderstaande niet uitgegeven zegel van Madagascar. Ik wees erop, dat het interessant kan zijn om zich af te vragen,waarom een bepaald ontwerp niet tot een uitgave komt.
Lefèvre en Assolant waren beroemde luchtvaartpioniers, die veel hebben betekend voor de luchtvaartverbindingen tussen Frankrijk en Madagascar. Assolant was ook bekend door de ontwikkeling van de interne luchtvaartlijnen op het eiland Madagascar.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog had Madagascar gekozen voor de zijde van Vichy en toen in 1942 de Engelsen probeerden het eiland aan de geallieerde zijde te krijgen, heeft dat op een aantal plaatsen tot hevige gevechten geleid. Bij Diego-Suarez in het noorden heeft ondermeer een hevig luchtgevecht plaats gevonden tussen de Royal Air Force en Vichy-getrouwe Franse piloten. Assolant was een van die piloten en hij is in dat luchtgevecht ook gesneuveld.
Het was anno 1942 voor Fransen een moeilijke beslissing om te kiezen tussen het officiële, wettige gezag van Vichy en de beweging van de Vrije Fransen onder leiding van de vrijbuiter De Gaulle. Achteraf is de keus gemakkelijker te maken.
In ieder geval vond men het in 1946 niet verantwoord om een afbeelding van deze Vichy-aanhanger in de serie op te nemen.
Toen ik na mijn lezing nog wat over de Postex zwierf, vond ik de hier afgebeelde envelop, waaruit blijkt, dat een eerbetoon best op zijn plaats zou zijn geweest.
Voorzijde met de vermelding: Studiereis van M. Assolant 25/1036 – 1/11/36
en vervolgens van alle aangedane plaatsen
Achterzijde met stempels van elle genoemde plaatsen
Hénansal – Machiel van der Velden
Op 20 mei 2007 organiseerde ons lid Henri Appelius van Hoboken zijn halfjaarlijkse Rencontre des collectioneurs in de Salle du Foyer Rural te Hénansal.
In een interview stond dit gebeuren aangekondigd als Salon des collectioneurs où l’on vient de tout la Bretagne, organisé par un Hollandais.
Dat dit gewaardeerd wordt blijkt o.a. uit het bezoek van de burgemeester, die Henri kwam complimenteren en bedanken voor zijn organisatie.
Het was een levendige bijeenkomst en er werd druk gehandeld. Ook uw redacteur heeft nog zaken gedaan. Het is grappig, dat er tussen alle dubbeltjeszegels ineens iets onverwachts te voorschijn komt, wat je elders vergeefs zult zoeken en waar je dus heel blij mee bent.
In 1993 organiseerde Henri voor de eerste keer deze beurs en afgelopen oktober voor de 29ste keer. De regionale krant omschreef de sfeer als un silence quasi religieux. Zo mooi kan een Nederlander de sfeer van een postzegelbijeenkomst niet beschrijven.
Ga er eens langs in Bretagne in mei of oktober.
Het hoe en waarom van moderne Franse postzegels – Cees van Rantwijk
CENTENAIRE DE LA FÉDÉRATION INTERNATIONALE DE VOILE
Op de zegel worden twee zeilschepen afgebeeld.
De International Sailing Federation (ISAF), de overkoepelende internationale zeilfederatie, viert dit jaar in september haar honderdjarig bestaan. In die maand worden in Portugal de Wereldkampioenschappen gevaren. De federatie is in oktober 1907 in Parijs opgericht als de International Yacht Racing Union (IYRU). Op 5 augustus 1996 werd de naam veranderd in International Sailing Federation (ISAF). De IYRU ontwikkelde zich in die honderd jaar van een club van snelheidszeilers tot een federatie met regels en een stelsel van maatregelen waar men zich wereldwijd aan te houden heeft bij de organisatie van zeilwedstrijden. 121 landen zijn op dit moment bij de Federatie aangesloten. Men onderscheidt 87 klassen waarin gevaren kan worden. Sinds 1908 is het zeilen een officiële Olympische sport.
De zegel is op 7 mei 2007 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp: Nicolas Vial. Gravure: Valérie Besser. Drukvorm: héliogravure.
LES VOYAGES DE TINTIN
Op de zegels worden een zestal geesteskinderen van Hergé afgebeeld: Tintin met Milou, Tournesol, Capitaine Haddock, Dupondt, La Castafiore en Tchang.
Tintin (Kuifje) met Milou (Bobby): Tintin is een tiener zonder familie. Hij is reporter van beroep. In feite is hij avonturier en detective. Kuifje zoekt nooit het avontuur op, het avontuur komt altijd per toeval naar hem toe. Moedig als hij is, aarzelt hij nooit om het kwaad te trotseren. Hij verdedigt steeds de zwakken, de minderheden en de verdrukten. Hij is vernuftig, verstandig en beredeneert alles. Kuifje is door zijn bescheidenheid het tegenovergestelde van een superheld. Bobby is een foxterriër met een witte, harde vacht. Bobby is de eerste metgezel van Kuifje en in het begin zijn enige gesprekspartner. Bobby kent, in tegenstelling tot zijn baasje, zwakheden. Dat komt door zijn nieuwsgierigheid, gulzigheid en vechtersinstinct. Hij is zeer trouw aan Kuifje: hij volgt hem overal en helpt hem als hij in het nauw zit.
Tournesol (Zonnebloem): is een zeer verstrooide professor, gekweld door zijn doofheid, intuïtief en overgevoelig. Hij heeft een merkwaardige relatie met de realiteit door middel van zijn slinger. Eerst is hij knutselaar, vervolgens een slimme uitvinder. Zonnebloem ontwerpt de raket die Kuifje naar de maan zal brengen. Later wordt hij door de militaire hebzucht, ontstaan door zijn Tryphonar (een ultrasoon apparaat), gedwongen over te schakelen naar de tuinbouw.
Capitaine Haddock: Kapitein Haddock is ex-officier van een koopvaardijvloot en kiest uiteindelijk voor het leven op het kasteel. Hij verwijt zijn jonge vriend Kuifje vaak zijn zin voor avontuur, maar hij volgt hem overal, gewoonlijk tegen zijn zin. Kuifje heeft het verstand. Haddock lijkt de verdediger van het gevoel: hij is onhandig, onbezonnen, impulsief, edelmoedig, driftig en overvloedig in zijn woordgebruik. Zijn liefde voor de whisky is algemeen bekend, net als zijn beroemde scheldwoorden: belachelijke woorden, zonder enige grofheid, waarvan enkel de klank agressief is. Hij speelt de rol van vaderfiguur voor Kuifje.
Dupond en Dupondt (Jansen en Janssen): Zij zijn bekrompen politieagenten en gehoorzamen blindelings de bevelen. Dom maar pretentieus, onbeholpen en plechtig. Ze zijn eerder onhandig dan kwaadaardig. Hun gelijkenis is treffend: alhoewel ze geen tweelingen zijn, zelfs geen broers, is er op het eerste gezicht geen enkel verschil. Enkel de vorm van de snor is anders. Hergé legt het als volgt uit: Jansen met “s” heeft een rechte snor en de snor van Janssen met “ss” is een beetje kurkentrekkerachtig. Hun favoriete uitdrukking “Ik zou zelfs meer zeggen” is een kenmerk van hun ongewilde humor. Hun flaters en vergissingen komen altijd tweevoud.
La Castafiore: Bianca Castafiore is een beroemd lyrisch artieste, behorend tot de Scala van Milaan (vandaar haar bijnaam van Milanese Nachtegaal). Ze heeft het grillige en wispelturige karakter van een diva. Haar aankomst, bij het horen van haar stem, lijkt op een cycloon. Haar slachtoffer is altijd kapitein Haddock wiens naam ze verminkt. Haar succesnummer is de Juwelenaria, uit de Faust van Gounod. Ze brengt het bij de geringste gelegenheid ten gehore. Het is in zekere zin een geluidsspiegel waarin ze zichzelf onophoudelijk spiegelt.
Tchang (Zhang Zhongren): Tchang Tchong-jen is een Chinese student aan de kunstacademie van Leuven. Onder invloed van Tchang wordt in “De blauwe Lotus” een zo getrouw mogelijk beeld gegeven van het land dat als decor dient voor de avonturen van Kuifje. Tchang is een Chinese beeldhouwer en schilder. Hergé liep Tchang tegen het lijf toen deze aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel studeerde. Zij werden boezemvrienden en werkten samen aan “De blauwe Lotus”. Uit dankbaarheid omdat hij hem had ingewijd in de geheimen van de Oosterse tekenkunst, maakte Hergé Tchang één van zijn hoofdpersonages.
De zegels zijn op 14 mei 2007 uitgegeven ter gelegenheid van de honderste geboortedag van Georges Rémi (met als pseudoniem Hergé). De zegels zijn ook uitgegeven in de vorm van een speciaal bloc.
Ontwerp: Hergé. Gravure: Moulinsart. Drukvorm: héliogravure.
ARCACHON
Op de zegel wordt Arcachon afgebeeld.
Arcachon (Gironde) ligt in het midden van een baai. Kenmerkend zijn de mooie villa’s en zijn platte bootjes, pinasses genoemd. Arcachon is op 2 mei 1857 officieel op de kaart gezet door een besluit van keizer Napoleon III. Het is op dit moment de verblijfplaats van diverse beroemdheden. Legendarisch is de voorspelling van de burgemeester van Arcachon in 1857: gisteren een woestenij, vandaag een groot dorp, morgen een stad. Hij heeft gelijk gekregen.
De zegel is op 21 mei 2007 uitgegeven in het thema “toerisme” ter gelegenheid van het honderdvijftig jarig bestaan.
Ontwerp en gravure: Thierry Mordant. Drukvorm: héliogravure.
FRANCE – ARMÉNIE
Op de eerste zegel wordt een miniatuur uit 1460 voorstellende “Christus geboorte” afgebeeld.
Op de tweede zegel wordt “L’ange au sourire” (glimlachende engel), een dertiende eeuws kunstwerk uit de kathedraal van Reims, afgebeeld. De miniatuur “Christus geboorte” bevindt zich in Erevan, in het instituut voor oude geschriften “Institut Mesrop Matchtots”. De miniatuur valt op door zijn stijl, zijn vorm en zijn kleuren. De gevleugelde engelen symboliseren de komst van een goed jaar. Ook de Fransen hebben voor deze engelen gekozen. Het is een van de acht beelden die het centrale portaal van de kathedraal Notre Dame van Reims opluisteren. Het beeld werd in de Eerste Wereldoorlog aanvankelijk het symbool voor de slachtoffers en later voor heel Reims. “Le Sourire de Reims (YT256) is een beroemde Franse postzegel. De zegel werd uitgegeven op 15 maart 1930. Het ontwerp is van Louis Rigal en de gravure is verzorgd door Antonin Delzers. De zegel is uitgegeven in vellen van 25 stuks en in de vorm van een carnet van 8 stuks. De buitengewoon hoge heffingstoeslag van 3,50 F ten voordele van de Caisse d’Amortissement duidt erop dat de zegel slecht is verkocht. In april 1935 werd de zegel gekwalificeerd als “zonder waarde”.
De zegels zijn op 22 mei 2007 uitgegeven in het thema “gezamenlijke uitgiften”.
Ontwerp en gravure: Aurélie Baras. Drukvorm: héliogravure.
SANGLIER-ENSEIGNE GAULOIS
Op de zegel wordt een gouden everzwijn afgebeeld.
Is het gouden everzwijn van Soulac-sur-Mer (Gironde) het laatste overblijfsel van de Gallische oorlogen? Het kunstwerk is een Gallische legerstandaard die tijdens het gevecht op een stok werd meegedragen (een voorloper van het vaandel) en dateert uit de eerste eeuw voor Christus. Het metalen beeld werd bij Pointe du Médoc gevonden op 22 december 1989 door drie amateur archeologen. Het is 55 cm lang en verkeert in uitstekende staat. Het is het belangrijkste pronkstuk van het archeologische museum van Soulac-sur-Mer waar ook nog een restant van een tweede exemplaar en een aantal andere vondsten te bewonderen zijn.
De zegel is op 4 juni 2007 uitgegeven in het thema “kunst”.
Ontwerp en gravure: Claude Jumelet. Drukvorm: taille-douce.
TGV EST EUROPÉEN
Op de zegel wordt de TGV afgebeeld.
Op 10 juni 2007 is een nieuwe lijn van de TGV in gebruik genomen. Dit betekent dat Oost Frankrijk via een hoge snelheidslijn verbonden wordt met de rest van Frankrijk, met Duitsland, met Luxemburg en met Zwitserland. Een ander gedenkwaardig feit betreft het snelheidsrecord via spoorstaven dat op 3 april 2007 werd gevestigd. Met een snelheid van 574,8 km per uur heeft de SNCF in samenwerking met Alston, de ontwerper van dit wonder van techniek en Réseau Ferré de France, de ontwerper van de LGV (het railnetwerk) het record op deze snelheid gebracht. Het oude record dateert van 18 mei 1990 met een snelheid van 515,3 km per uur. Het absolute record is gevestigd in Japan met een magneettrein met een snelheid van 581 km per uur.
De zegel is op 11 juni 2007 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp en gravure: Louis Briat. Drukvorm: héliogravure.
80ste CONGRÈS FFAP – POITIERS
Op de zegel wordt Notre Dame la Grande afgebeeld. De kerk “Notre-Dame la Grande” van Poitiers (Vienne) is door de harmonieuze verhoudingen en het volmaakte lijnenspel een prachtig voorbeeld van de Romaanse bouwkunst. Boven het hoofdportaal en de arcaden aan weerszijden ervan zijn bas-rëliefs, die onder andere de geboorte van Christus, het kindje Jezus in bad, en Jozef in gebed verzonken weergeven. Het beeld achter het hoofdaltaar dateert uit de zestiende eeuw, en stelt “Notre Dame des Clefs” (Onze Lieve Vrouw van de sleutels) voor. Het is een herinnering aan het feit dat in 1202 nog juist voorkomen kon worden dat een verrader de sleutels van de stad aan de Engelsen overhandigde.
De zegel is op 18 juni 2007 uitgegeven ter gelegenheid van het 80ste Congrès de la Fédération Française des Associations Philatéliques.
Ontwerp en gravure: André Lavergne. Drukvorm: taille-douce.
TIMBRES DE SERVICE CONSEIL DE L’EUROPE (2007)
Op de eerste zegel wordt het logo van de conseil afgebeeld Op de tweede zegel wordt een bronzen beeld van de Spanjaard Mariano Gonzalez Beltran afgebeeld.
De Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, opgericht op basis van het Verdrag van Londen op 5 mei 1949, mag worden beschouwd als de oudste internationale, pluralistische parlementaire assemblee, samengesteld uit democratisch verkozen volksvertegenwoordigers. Het is één van de twee statutaire organen van de Raad van Europa, die beschikt over een Comité van Ministers (beslissend orgaan, samengesteld uit de ministers van Buitenlandse zaken van alle lidstaten) en een Parlementaire Assemblee (beraadslagend orgaan, dat de politieke krachten van de lidstaten vertegenwoordigt). De Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, met initieel 10 leden, telt momenteel 46 lidstaten, waaronder alle landen van de Europese Unie. De belangrijkste doelstellingen van de Raad van Europa zijn: (1) de verdediging van de mensenrechten, de pluriforme democratie en de rechtstaat; (2) de bevordering van het Europese culturele erfgoed in al zijn diversiteit; (3) het zoeken naar oplossingen voor sociale problemen zoals discriminatie van minderheden, xenofobie, onverdraagzaamheid, bescherming van het milieu, cloning, aids, drugs en georganiseerde criminaliteit; (4) de ontwikkeling van de democratische stabiliteit in Europa door de ondersteuning van politieke, wetgevende en constitutionele hervormingen.
De zegels zijn op 25 juni 2007 uitgegeven in het thema “Conseil de l’Europe”.
Ontwerp: Mariano Gonzales Beltran. Gravure: Aurélie Baras. Drukvorm: offset.
BRUXELLES
Op de zegels worden vier beroemde monumenten afgebeeld: het stadhuis, het Atomium, het Koninklijk paleis en Manneken-Pis.
Brussel is een begrip als Europese hoofdstad. De Grote Markt is een plein in het centrum van de stad. Dit plein wordt gezien als één van de mooiste ter wereld. Op de Grote Markt zijn er tegenwoordig cafés met terrassen, restaurants en hotels. Regelmatig vinden er concerten of andere manifestaties plaats. Sinds 1998 staat de Grote Markt op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Het stadhuis dat boven op zijn toren bekroond wordt met een verguld standbeeld van de aartsengel Michaël die een draak velt, werd gebouwd vanaf 1402. Met de toren begon men in 1444. Hij is 96 m hoog. Het beeldhouwwerk dat het gebouw versiert is volks. De toren staat niet exact in het midden van het gebouw. Het Atomium is een monument in het Heizelpark. Het betreft een stalen constructie die bestaat uit negen bollen met elk een diameter van 18 meter, die samen de kubisch ruimtelijk gecentreerde kristalstructuur van ijzer uitbeelden, 165 miljard maal vergroot. Het gebouw, dat ontworpen is door de architect André Waterkeyn, is bekleed met roestvrij staal.
Het Atomium staat voor de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958, de zogenaamde Expo’58 als symbool voor het metaal “staal” dat sterk in ontwikkeling was en een belangrijke rol speelde in de optimistische kijk op ontwikkeling in de jaren vijftig. Het gebouw zou volgens plan niet langer dan zes maanden blijven staan. Aan het eind van de wereldtentoonstelling werd echter besloten om het gebouw, dat enorm populair en bekend was geworden, toch maar te laten staan. De totale hoogte van het monument, de diagonaal van de kubus, is 102,705 meter. Het grondvlak is een zeshoek met een diagonaal van 94,75 meter. De bollen zijn met elkaar verbonden door middel van roltrappen. De bovenste bol van het Atomium werd naar zijn ontwerper André Waterkeyn genoemd na diens dood in 2005.
Het Koninklijk paleis is een werkpaleis, waar de Belgische Koning zijn functie uitoefent. De Koning woont niet in het paleis. Het paleis wordt gekenmerkt door veel neostijlen. Van het oude paleis bleven alleen de zuilengalerij en het balkon bewaard. De gevel die volledig symetrisch is wordt in het midden bekroond met een groot fronton. De salons zijn gebouwd in functie van de ceremoniële rol. Het interieur bevat Frans meubilair, stukken uit de Oostenrijkse tijd en nog een deel meubels van Napoleon en Willem I.
Manneken-Pis is een standbeeldje in het centrum van Brussel en stelt een plassend jongetje voor. Het 58 cm grote ventje op een sokkel is geplaatst op de hoek van de Stoofstraat (rue de l’Etuve) en de Eikstraat, niet ver van de Grote Markt. Het betreft een bronzen beeldje dat Hiëronymus Duquesnoy in 1619 in opdracht van het stadsbestuur heeft gemaakt als versiering van een publieke fontein waarbij het water uit de penis van het jongetje loopt, alsof hij urineert. Bij speciale gelegenheden plast het jongetje bier of wijn in plaats van water. Het huidige beeldje is een afgietsel van het eerste, dat in 1817 werd vernield. Manneken-Pis bezit meer dan 700 costuums en heeft een officiële aankleder.
De zegels zijn in de vorm van een minifeuille van 4 zegels op 2 juli 2007 uitgegeven in het thema “Europese hoofdsteden”. Het is het zesde exemplaar in deze serie.
Ontwerp: Marc Taraskoff. Gravure: Valérie Besser. Drukvorm: héliogravure.
PIERRE PFLIMLIN
Op de zegel wordt een portret van Pierre Pflimlin met op de achtergrond de sterren van de vlag van Europa afgebeeld.
Pierre Pflimlin werd geboren op 5 februari 1907 in Roubaix (Nord). Pflimlin studeerde rechten en was vanaf 1933 advocaat te Strasbourg. Na de Tweede Wereldoorlog was hij afgevaardigde van de christendemocratische Mouvement Républicain Populaire (Republikeinse Volksbeweging) voor het departement Bas-Rhin in de Franse Kamer van Afgevaardigden. Van 1956 tot 1959 was hij voorzitter van de Mouvement Républicain Populaire. Van 1947 tot 1962 was hij minister bij diverse ministeries zoals landbouw, economische zaken en financiën. Ruim 25 jaar, van 1958 tot 1983, was Pflimlin burgemeester van Strasbourg. Van 1984 tot 1987 was hij voorzitter van het Europese Parlement. Pierre Pflimlin stierf in Strasbourg (Bas-Rhin) op 27 juni 2000.
De zegel is op 9 juli 2007 uitgegeven ter herinnering aan de honderdste geboortedag van Pierre Pflimlin.
Ontwerp: Tomi Ungerer. Gravure: Didier Thimonier. Drukvorm: héliogravure.
ASSOCIATION DES MAIRES DE FRANCE
Op de zegel wordt de Marianne en de tekst Liberté, Égalité, Fraternité afgebeeld.
De “Association des maires de France” is in 1907 opgericht door Paul-Emile Sarradin, burgemeester van Nantes. Pas sinds 1933 wordt de doelstelling van de vereniging “de lokale en regionale autoriteiten vertegenwoordigen op nationaal niveau” publiekelijk erkend. De leden komen zowel uit Frankrijk als uit de overzeese gebiedsdelen. Bij het lidmaatschap en de besluitvorming speelt de grootte van de achterban en de politieke kleur geen enkele rol. Sinds 2004 is Jacques Pélissard, burgemeester van Lons-le-Saunier de voorzitter. De vereniging telt 35.577 leden.
De zegel is op 9 juli 2007 uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de AMF.
Ontwerp en gravure: Patte & Besset. Drukvorm: héliogravure.
CASTRES – TARN
Op de zegel wordt de tuin van het Hôtel de Ville van Castres afgebeeld.
Castres (Tarn) strekt zich uit langs beide oevers van de Agout. Het is de geboorteplaats van de grote socialistische leider en historicus Jean Jaurés (1859-1914). In het voormalige bisschoppelijke paleis, omstreeks 1669 gebouwd door Mansart, is een fraaie tuin aangelegd door de beroemde 17de eeuwse tuinarchitect Le Nôtre (1613-1700). Thans is er het Hôtel de Ville gevestigd.
De zegel is op 23 juli 2007 uitgegeven in het thema “toerisme”.
Ontwerp en gravure: Eve Luquet. Drukvorm: taille-douce.
COUPE DU MONDE DE RUGBY 2007
Op de zegel wordt het nemen van een penalty afgebeeld.
De zegel heeft in werkelijkheid zes beeltenissen, die onder verschillende invalshoeken te zien zijn. Het verdwijnen van de bal tussen de palen kan dan ook daadwerkelijk worden waargenomen. Vanaf 7 september tot 20 oktober 2007 wordt het zesde wereldkampioenschap in Frankrijk gehouden waarbij een aantal van de 48 wedstrijden wordt gespeeld in Wales en Schotland. Het toernooi begint met de wedstrijd Frankrijk – Argentinië. Het evenement is na de Olympische Spelen en het wereldkampioenschap voetbal het op twee na populairste toernooi. Het kampioenschap, met als inzet de Coupe Webb Ellis, wordt om de vier jaar gehouden. Engeland is de huidige kampioen. De zelfklevende zegel is op 6 september 2007 in de vorm van een minifeuille uitgegeven als herinneringszegel. Het tarief van de zegels is 3,00 €. Dit tarief wordt gebruikt voor bijfrankering.
De zegel is de eerste door La Poste uitgebrachte “timbre lenticulaire”.
Ontwerp en gravure: Eric Fayolle. Drukvorm: offset.
ANNIVERSAIRE – SYLVAIN ET SYLVETTE
Op de zegel worden Sylvain en Sylvette met een verjaardagstaart afgebeeld.
Na Bécassine in 2005 en Babar in 2006 zijn dit jaar Sylvain en Sylvette het onderwerp van de verjaardagszegel. Deze stripfiguurtjes zijn in 1941 bedacht door Maurice Cuvillier (1897 – 1956). Het verhaal vertelt de avonturen van een broertje en een zusje die in een bos de weg zijn kwijt geraakt. Zij vluchten in een verlaten huis en worden opgenomen door dieren die hun vriendjes worden. Ook moeten zij zich tegen andere, gevaarlijke, dieren verdedigen.
De zegel is in de vorm van een minifeuille op 10 september 2007 uitgegeven als semi-permanente frankeerzegel.
Ontwerp: Jean-Louis Pesch. Gravure: Valérie Besser. Drukvorm: héliogravure.
INVITATION – MERCI
Op de zegels worden uitgepakte cadeautjes afgebeeld.
Praktisch, dat idee van La Poste, voortaan uitnodigen en bedanken met het zelfde type postzegel. De gelegenheidzegels zijn bedoeld om gebruikt te worden bij allerlei feestelijke aangelegenheden. Het carnet is voorzien van feestelijke stickers met de bedoeling de uitnodiging en het bedankje een persoonlijk tintje te geven.
De zegels zijn in de vorm van een carnet op 10 september 2007 uitgegeven uitgegeven als semi-permanente frankeerzegel.
Ontwerp en gravure: Aurélie Baras. Drukvorm: offset.
FIRMINY
Op de zegel wordt de l’église Saint-Pierre de Firminy-Vert afgebeeld.
Firminy (Loire) heeft bekendheid gekregen doordat Le Corbusier (1887 – 1965) in Firminy zijn “Unités d’habitations” mocht bouwen, grote ruw betonnen antistedelijke woningcomplexen op poten met inpandige winkels en zwembaden en sportbanen op het dak. Ook het Maison de la Culture (voltooid in 1964), het stadion en de kerk Saint-Pierre zijn gebouwd onder supervisie van Le Corbusier. Op 29 juni 2007 heeft Pater Dominique Lebrun de eerste mis in de kerk opgedragen, een halve eeuw nadat met de bouw van de kerk werd begonnen. De flats staan merendeels leeg en dat geeft aan dat er tegenstelling bestaat tussen de theorie van het wonen en de praktijk. De bouwwerken van Le Corbusier zijn tegenwoordig opgenomen in een zogenaamde Espace Corbusier, een verzameling van beroemde twintigste eeuwse architectuur.
De zegel is op 17 september 2007 uitgegeven in het thema “toerisme”.
Ontwerp en gravure: Marie-Noëlle Goffin. Drukvorm: taille-douce.
Tarieven:
Let op: nieuwe tarieven vanaf 1 oktober 2006
- 0,49 € -.ÉCOPLI tot20 gramin het binnenland en naar DOM-TOM
- 0,54 € – brief tot20 gramin het binnenland en naar DOM-TOM
- 0,60 € – brief tot20 gramnaar landen behorend tot Zone 1 (Europese Unie en Zwitserland)
- 0,70 € – ÉCOPLI van 20 tot50 gramin het binnenland
- 0,85 € – brief tot20 gramnaar landen behorend tot Zone 2 (rest van de wereld)
- 0,86 € – brief van 20 tot50 gramin het binnenland
- 1,15 € – brief tot50 gramnaar landen behorend tot Zone 1
- 1,30 € – brief van 50 tot100 gramin het binnenland
- 2,11 € – brief van 100 tot250 gramin het binnenland
- 5,50 € – brief (courrier international économique) van 500 tot1000 gramnaar landen behorend tot zone 1
De te onderscheiden zones zijn:
- France métropolitaine (incl. Monaco en Andorra)
- DOM = départements d’Outre Mer (Guadeloupe, Martinique, Guyane, Réunion)
- TOM = Territoires d’Outre Mer (St Pierre et Miquelon, Mayotte, Nouvelle Calédonie, Wallis et Futuna, Polynésie, TAAF)
- Zone 1 = Europese Unie + Zwitserland (inclusief San Marino, Liechtenstein en Vaticaan): België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,Duitsland, Engeland, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Madera, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Tsjechië, Spanje, Zweden, Zwitserland
- Zone 2 = Rest van de wereld: Landen van Europa, buiten de Europese Unie en Zwitserland, Afrika, Amerika, Azië en Oceanië