Marianne Bulletin 148 – februari 2006

Artikelen:

Verslag lezing 26 november, Staatkundige wereldverzameling – S.R. van de Ven

Toegelicht aan de hand van voornamelijk Franse koloniën
Het betreft een verzameling die probeert om de historische, vooral de staatkundige, ontwikkeling te laten zien aan de hand van postzegels, landkaarten en (weinig) tekst.
Postzegels zijn heel geschikt om die ontwikkeling te illustreren, omdat de machthebbers maar al te happig zijn om voor hun grondgebied, en vooral als het uitbreidingen betreft, zegels uit te geven. De vele bestaande overdrukken tonen dat al aan.
Als beginpunt van de verzameling is ongeveer 1840 gekozen, de eerste uitgifte van de postzegel. Er is een selectie van zegels gemaakt met nadruk op afbeeldingen van de heersers, nationale symbolen, verzelfstandiging, grondwet, belangrijke verdragen en dergelijke. Getracht is om dit aantal klein te houden, soms lukt dat (Nederland met minder dan 10 zegels), maar bij andere met grotere veranderingen niet (koloniën bijvoorbeeld).
Uitgangspunt voor de opzet zijn de staatsgrenzen van 2000. Binnen die grenzen is gekeken of er delen zijn die een andere heerser hebben gehad. Zo ja, dan wordt dat als apart gebied behandeld – mits het te illustreren valt met zegels. Voorbeeld Frankrijk: Elzas+Lotharingen en Alpes Maritimes+Haute Savoy hebben andere heersers gehad (resp. Duitsland en koninkrijk Piemont-Sardinië). Deze worden dan apart opgenomen in de verzameling. Om aan te tonen dat de zegels uit dat gebied komen, moeten ze wel een leesbaar stempel uit dat gebied dragen en dit maakt het verkrijgen van de zegels extra moeilijk.
In de voordracht zullen achtereenvolgens aan bod komen:

  • bronnen voor historie en landkaarten
  • selectie gebieden
  • selectie zegels
  • opzet bladen

Dit aan de hand van Frankrijk en een aantal Franse koloniën in Afrika en een uit Azië.

Opmerking: Het lag in de bedoeling het bovenstaande in nummer 147, dus vóór de lezing op te nemen. Door omstandigheden is dit niet gelukt. Daarom zult u de werkwoordstijden, waar nodig, anders moeten lezen.

Terug naar boven

Uit de tijdschriften – Hans Gabriëls

De eerste officiële luchtpostbriefkaarten gingen in oktober 1870 van uit het belegerde Parijs de lucht in met een onbemande ballon die door de Duitsers werd neergeschoten. Aldus een aardig historisch artikel in het blad van de Britse Frankrijkclub (dec.2005) van de hand van de vorig jaar overleden expert Ernest Cohll. Hij citeert uitvoerig alle officiële stukken die aan het gebruik van deze briefkaarten voorafgingen.
In hetzelfde nummer een uitvoerige beoordeling van de Dom-Tom-editie van de DALLAY- catalogus met nogal wat vraagtekens bij de diverse prijsstellingen, maar met waardering voor de vele vermelde details.
De Echo van december vorig jaar heeft een uitvoerig artikel over de vele post in Frankrijk die in de oorlogsjaren 1940-44 onbestelbaar bleek, omdat de geadresseerden gevangen, gedood of vertrokken waren. Vaak blijkt uit de poststukken dat de post veel moeite deed hen te achterhalen. Soms lukte dat niet of pas na de bevrijding.
In november besteedde het blad aandacht aan twee ontwerpers van zegels van de bevrijding: Gandon en Dulac die beiden hun echtgenotes als model gebruikten. Bij de zegels van Dulac wordt er op gewezen hoe mooi ze zijn op poststukken. Het blad Timbres op zijn beurt beschrijft het werk van één ontwerper nl. Pierre Béquet die de naar hem genoemde serie Marianne-zegels maakte en die ook al zijn vrouw voor ogen had, al kwam ze wat kleiner en gestileerder op de postzegels te staan. (jan.2006).

In november daaraan voorafgaand wordt het vele andere werk van Béquet op het gebied van postzegelontwerpen besproken. Behalve voor de Franse post heeft hij ook heel veel zegels van de Franse overzeese gebieden op zijn naam staan.
Behalve de twee bekende, in de Yvert vermelde stakingszegels van Amiens en Orléans zijn er rond de jaren ’70 in tal van andere plaatsen door de Kamers van Koophandel een soort frankeerzegels uitgegeven waarover vaak weinig bekend is. Timbres van december jl. bericht daarover uitvoerig en waarschuwt ook voor enkele fantasie-uitgiften. En verder is in dit nummer een kleine studie te vinden van de in 1986 uitgegeven carnets van zegels van 2,20 f. type Gandon. Dit waren de eerste zgn. “open” carnets van 10 zegels met rechts een blanco manchet met drukdatum en nummer van de gebruikte pers, waarbij de zegels van de bovenste rij aan de bovenkant en de zegels van de onderste rij aan de onderkant ongetand zijn.
Tussen 1986 en 1989 zijn er 15 drukken geweest, allemaal met een witte kaft uitgezonderd één van 1987 die een kaft van geel karton heeft. Tenslotte zij nog vermeld dat in de krant Atout Timbresvan 15-11-2005 een groot artikel staat waarin alle uitgiften van het type Merson worden beschreven met inbegrip van alle opdrukken, zoals de luchtpostzegels en die voor de filatelistische tentoonstelling van Le Havre en de specimenzegels, met o.a. het doel waarvoor ze werden uitgegeven. 

Terug naar boven

Sensuurpos van die Franse Levant 1939-1945 – Joh Groenewald

Tut, tut … dat ’n spesialis-versamelaar nie entoesiasties is oor die bestudering van sensor-plakstroke?
Machiel van der Velden vind ’n studie van sulke plakstroke “niet zo’n boeiende zaak” (Marianne 147, November 2005, bl 34).
Kom ons kyk watter verhaal kan die sensorplakkers vertel.

Hier is ’n brief vanaf Caluire in die Rhône-gebied in Frankryk, geaddresseer na Beiroet. Die dag van afstempeling is onleesbaar, die jaartal is 1941. Daar is die omraamde “Controle”-plakker, op ligroos papier.
Maar ook is daar ’n Suid-Afrikaanse sensorplakker wat lees “Unie van Suid-Afrika” en “DEUR SENSOR OOPGEMAAK”.
Op die keersy is die masjienstempel van Beyrouth RP met datum 5 Januarie 1942.
Nou, waar kom die Suid-Afrikaanse sensorplakker vandaan? Beiroet is tog aan die oostekant van die Middellandse See, en Suid-Afrika is heel ver weg in die suidelike halfrond, aan die suidpunt van Afrika?

Nog ’n brief aan Beiroet kom van Oakland in Kalifornië, daar verstuur op 20 Oktober 1941. Ook dit het die Suid-Afrikaanse sensorplakker, en op die keersy dieselfde masjienstempel van Beiroet op dieselfde datum van aankoms, 5 Januarie 1942.
Die enigste logiese verklaring is dat hierdie pos rondom Afrika gereis het om by Beiroet te kom. Hoe dit by Suid-Afrika gekom het, weet ons nie. In Suid-Afrika was daar Franssprekende sensors in die kusstede Kaapstad en Durban. Inkomende pos vanuit die noordelike halfrond is normaalweg in Kaapstad ontvang (vanaf skepe) en gesensor.
En hoe het die pos by Beiroet gekom? Ek glo met die vliegbootdiens aan die ooskus van Afrika, vanaf Durban noordwaarts. Hierdie diens van Imperial Airways staan bekend as die “hoefyster-diens” want dit het pos van Durban noordwaarts geneem na Kaïro, vir die Midde-Ooste, vanwaar verdere pos dan oos- en suidooswaarts geneem is na Indië, Ceylon en Australië. Dus, ’n groot hoefyster-bog om die Indiese Oseaan.
In hierdie geval vertel die sensorplakker op Levant-pos ’n hele verhaal.

Joh, mijn excuses. Een mens moet leren om van iets (en iemand) te houden. Ik ga alle censuurstroken opnieuw bekijken. M.v.d.V.

Terug naar boven

Frankrijk getand (15 en slot) Frank O’Field

Na de Franse revolutie waar ik de vorige keer mee eindigde, zou ik nu door moeten gaan met de negentiende eeuw, maar er zijn een paar dingen die me daarvan weerhouden.
In de eerste plaats lijkt het alsof de hele wereld zich meester heeft gemaakt van de Franse geschiedenis. Enige tijd geleden stond er in Timbres Magazine een stukje van een mevrouw met een themaverzameling over de Franse Revolutie. Zij had daarvoor gebruik gemaakt van zegels van 95 verschillende landen! Nu ik dit weet, is het niet leuk meer om te beginnen met een verhaal over Napoleon, die ook door de gehele wereld op de postzegel is gezet. Sprekend over deze man zou ik dan moeten verwijzen naar zegels van bijvoorbeeld Bangladesh, Ghana en Tuvalu. Dat kan ik als Frankrijk-verzamelaar niet over mijn hart verkrijgen.
Met dit argument wil ik uiteraard verbergen, dat ik veel te weinig weet over de 19e en 20e eeuw om er iets zinnigs over te zeggen.
Toch wil ik nog een laatste aflevering in deze serie “Frankrijk getand” schrijven en ik wil afronden met een zeer modern thema namelijk “De Da Vinci code” van Dan Brown. U kunt daarover een kleine themaverzameling aanleggen. Als we de verkoopcijfers van dit boek bekijken, lijkt het of langzamerhand de hele wereld dit boek gelezen heeft. Ik betwijfel het. Eigenlijk is het boek niets meer dan een vlot geschreven thriller. Het zogenaamde schokkende thema was al veel eerder aan de orde gesteld, bijvoorbeeld in Het heilige bloed en de heilige graal. (M. Baigent e.a.) 
Hoe dit in elkaar steekt, moet u zelf maar lezen, maar het heeft in ieder geval met Maria Magdalena (Yv. 1779) te maken die we gelukkig op een franse zegel aantreffen. Het verhaal begint in het Louvre (Yv. 780) en de hoofdfiguren staan daar ondermeer stil bij het schilderij de Mona Lisa.
Maar het opvallendst is de rol van de uiterst geheime organisatie De Priorij van Sion, die optreedt als de bewaker van de Graalgeheimen. De grootmeesters van deze orde worden allen in het boek vermeld en daaronder vinden we de namen van Leonardo da Vinci, Isaac Newton, Victor Hugo, Claude Debussy en Jean Cocteau en die vinden we allen op een postzegel. (Yv. 929, 1136, 332, 437 en 2801)

Ik veronderstel daarom dat La Poste geheime banden met de geheime Priorij heeft en langzamerhand alle geheime grootmeesters zullen gaan afbeelden. Postzegels verzamelen is een geheimzinnige zaak! Voor uw themaverzameling moet u niet vergeten, dat de gehele Da Vinci code een zoektocht naar de Graal is en u moet dus alles opnemen wat daarover te vinden is. De heer Van der Velden heeft in Marianne 133 iets over deze graal en de Katharen verteld. Daarin noemt hij een merkwaardige dorpspastoor. Is het toeval of opzet, dat de naam van deze pastoor Saunière is. In de Da Vinci code heet een van de hoofdfiguren, die weliswaar op de eerste bladzijde al vermoord is, ook Saunière. Als u zich in de geschiedenis van die pastoor gaat verdiepen, dan stuit u op geheime schatten en dan zult u al gauw de naam van de schilder Poussin tegenkomen en ook die staat een paar keer op een postzegel. (Yv. 1443, 2896) Het hoe en waarom moet u dit keer zelf maar uitzoeken. Het is beslist spannend.
De ware filatelisten onder u zullen blij zijn, dat ik er mee stop, want echte filatelie gaat immers over tandingen, watermerken, vervalsingen en stempelsoorten en niet over geschiedenis. Daarom krijg ik waarschijnlijk ook nooit reacties op Frankrijk getand.
En nu ik toch uitgeschreven ben, zeg ik mijn lidmaatschap maar op.

Was getekend, Frank O’Field

Terug naar boven

Cameroun (2) – Frits Bakker

De binnenlandse verbindingen
De scheepvaart over de rivieren in Cameroun was slechts een kleine 100 km stroomopwaarts mogelijk en de toen bestaande wegen waren niet geschikt om te berijden.

Verder waren er smalle voetpaden die voor de verbinding met het achterland moesten zorgen. Ondanks de handicap van het trapsgewijs oplopende gebied, moest de aanleg van spoorwegen de oplossing gaan bieden voor het vervoersprobleem.
Er kon worden begonnen met de bouw van een spoorweg in noordelijke richting en één in oostelijke richting nadat de Rijksdag daarvoor de financiële middelen had verstrekt.
In 1906 werd met de bouw in noordelijke richting begonnen vanaf Bonaberi naar de Manengubabergen.
Op 1 augustus 1909 werd het traject tot Njombo in dienst genomen en op 1 april 1911 uitgebreid tot Nkongsamba.
De oostelijke lijn, waarmee gestart werd in april 1909, begon in Douala en ging richting Edea.
Op 16 april 1912 werd het gedeelte tot Edea in gebruik genomen en op 2 februari 1913 kon men tot aan Bidjaka rijden.
Verdere plannen voor het doortrekken van het traject tot Mbalmayo en een zuidelijk tracé kwamen niet verder dan de tekentafel. Het gerealiseerde spoor, zoals boven genoemd, was slechts 300 km lang!
Verder werden de bestaande wegen, vaak niet meer dan voetpaden, verbreed en voor rijverkeer geschikt gemaakt. Douala (eerst Kamerun geheten) beschikte over een belangrijke zeehaven evenals Victoria en Kribi welke zich sterk ontwikkelden.

Het postverkeer en de ontwikkeling hiervan in Kameroen
Het was de gewoonte dat zodra een Brits of Duits schip in Douala aankwam er voor iedereen die aan boord kwam, de postzakken werden geopend om te kijken of er post voor hem bij was.
In de zomer van 1886 probeerde gouverneur Von Soden via een bekendmaking hieraan een einde te maken, zodanig dat alleen een beambte van het gouvernement de postzakken mocht openen. Deze functionaris zorgde er dan tevens voor dat de post aan de geadresseerde werd overhandigd. Indien de ambtenaar echter een uur na binnenkomst van het schip nog niet langs geweest was om de post op te halen, dan moest de kapitein de postzakken bij de kanselarij afgeven.
Op 1 februari 1887 werd in Kamerun een postagentschap ingericht, het eerste Duitse postkantoor op het Afrikaanse continent.
Op 18 apri1 1901 werd de plaatsnaam Kamerun veranderd in Douala. Friedrich Gochter (afkomstig uit U1m) en tot dan toe tuinman werd de eerste beheerder.
Zijn loon is 600 mark per jaar (herinnert u zich de 320 mark voor de Dahomey’s) en zijn huis werd tot kantoor gepromoveerd en was dagelijks van 12.00 tot 14.00 uur geopend.
Gochter moest zorg dragen voor het afhalen van de post van de binnengelopen schepen als ook het aan boord brengen van de uitgaande post. Alle activiteiten werden op het postkantoor afgehandeld. In augustus 1888 werd een echte postambtenaar aangesteld.
Eind 1888 werd in Viktoria een tweede postagentschap in de kolonie geopend.

De firma Woermann had zijn personeel verboden om voor de post te werken, hetgeen enige problemen veroorzaakte.
Nadat de missie was ingesprongen werden de zaken tijdelijk door een ambtenaar van het gouvernement waargenomen.
Op 24 december 1888 kon het postkantoor dan toch eindelijk in gebruik worden genomen.
In Kameroen is nooit een besteldienst actief geweest: wie post verwachtte moest hiervoor naar het kantoor om te vragen of er iets voor hem was aangekomen. Indien een schip uit Europa ’s middags of anders ’s avonds arriveerde dan hád het personeel nachtwerk om alles te verwerken.

Vanaf 1906 was er sprake van een georganiseerde postdienst.
Daarvoor werden door de werknemers van de ondernemingen en de overheidbestuurders de post vervoerd.
Een overeenkomst tussen het gouvernement en het bestuur van de post zorgde ervoor dat het postverkeer in een ambtelijke regeling werd omgezet. Het personeel van het gouvernement en de koeriers kwamen in dienst van de post.
De komst van de spoorwegen heeft de ontwikkeling van het postverkeer sterk bevorderd.
Vanaf 1913 krijgt de noordelijke baan een eigen “Bahnpost” : treinen worden 3x per week door inlandse postbeambten bemand, die postzegels verkopen en aangetekende brieven accepteerden. Ook de rivieren werden in de postverbindingen opgenomen. Voor de kust waren nog twee schepen van het gouvernement in gebruik, welke ook post vervoerden.

Het transport van de post per auto zorgde voor een aanmerkelijke verbetering in de tijdsduur van de bezorging. Waar eerst koeriers 8 à 9 dagen nodig hadden voor het overbruggen van de afstand Yaoundé -Kribi (270 km) duurde het nu slechts één dag. Het personeelstekort bij zowel de bedrijven als de overheid was chronisch en ook de post vormde hierop géén uitzondering, zodanig zelfs dat de verdere ontwikkeling van het telegraafnet hieronder te lijden had.
Toen de missie en de gouvernementsscholen schoolverlaters gingen afleveren, kwam er een verbetering. Zij konden door de post in dienst worden genomen, en bleken goed te voldoen. Sommige postagentschappen werden zodoende uitsluitend door kleurlingen bemand met als enige restrictie dat er geen postwissels ter betaling of uitbetaling werden behandeld. Of dit een motie van wantrouwen was: het is niet bekend.
In 1912 werd een veilige en snelle verbinding tussen de regeringsposten en de militaire kampen ingevoerd: de “Vlaggenpost”, hetgeen een curiositeit is uit de postgeschiedenis van Kameroen. Deze dienst had geen vast tijdschema of vaste routes maar werd uitgevoerd naar behoefte.
Aan een koerier, voorzien van een zwart-rood-witte vlag. werd de post toevertrouwd waarna hij onder tromgeroffel het dorp verliet en men tevens het volgende dorp informeerde over de komst van deze man zodat de aflossing kon worden voorbereid. Ook ’s nachts werd doorgelopen zodat men gedurende 24 uur zo’n 400 km kon afleggen.
In eerste instantie werd de “‘vlaggenpost” alleen voor ambtelijke post toegepast, maar, later in de oorlog, werd ook de privé post op deze wijze vervoerd.
Het bijzondere was dat er geen speciale stempels werden gebruikt. de enveloppen werden wel voorzien van een speciaal kenmerk: een getekend vlaggetje midden aan de bovenrand plus de tekst “Flaggenpost”.
Ook de koeriers die niet konden lezen wisten zodoende via dit getekende vlaggetje op de envelop waar hij mee te maken had.

De Franse kolonie Togo heeft een postzegel aan deze vlaggenpost gewijd.


Terug naar boven

De Parijse Hallen – Rob Frieke

In “Marianne” nr 147 staat in de rubriek over moderne Franse postzegels iets vermeld over de architect Victor Baltard. Voor mijn thematische verzameling over Parijs is deze zegel een mooie aanwinst.

Graag wil ik nog enkele aanvullingen geven, terwijl ik toch al het plan had om iets te schrijven over het fenomeen van de hallen. In de periode (rond 1850)waarin de Hallen werden gebouwd, gebruikte men nog gietijzer en glas. Het gehele complex bestond uit tien verschillende deelhallen (paviljoens), met elk hun eigen dak. Na de Tweede Wereldoorlog voldeed het complex niet meer aan de eisen van de moderne tijd, in 1971 werd het gesloopt. Hierbij werd echter één paviljoen, het Baltard-paviljoen genoemd, weer opgebouwd in Nogent-sur-Marne , een stad gelegen in de oostelijke banlieue van Parijs.(zie Le Monde van 22 september jl).

Overdekte markthallen zijn (onder andere) in Frankrijk heel gewoon; een dorp of stadje van enige betekenis heeft er wel een. Oorspronkelijk, en dan hebben we het over de Middeleeuwen waren de meeste markten in de open lucht. De oudst bekende markt in Parijs was in de Cité, daarna op het plein voor het Stadhuis; de derde werd tegen het jaar 1110 geïnstalleerd op het plein van de latere Hallen. Onder koning Philippe Auguste werd de markt van een permanente overkapping voorzien (1183). Elders in Frankrijk kunnen we nog wel van die middeleeuwse (en renaissance-) markthallen aantreffen, deze hebben een constructie bestaande uit houten balken,bv in Arpajon en Milly-la-Forèt.

In de negentiende eeuw besloot Parijs om de oude markthallen te vervangen. Eerst werd onder Baltard een eerste paviljoen gebouwd, dit was een zwaar gebouw, opgetrokken uit steen. Dit voldeed niet en zo werd onder dezelfde architect tussen 1854 en 1866 het complex gebouwd dat meer dan een eeuw heeft gefunctioneerd.

De Rue des Halles is een straat die vanaf de Place du Chatelet in Noordwestelijke richting loopt naar de “plek” van de voormalige Hallen, waar tegenwoordig het grote consumentencomplex “Forum des Halles” staat. Het wijkpostkantoor 117 is sinds 1880 op nummer 9 gevestigd. Het poststempel van dit kantoor is nog een van de weinige signalen die verwijzen naar die eens bestaande Hallen.

Terug naar boven

Het hoe en waarom van moderne Franse postzegels – Cees van Rantwijk

PORTRAITS DE RÉGIONS – LA FRANCE À VOIR
Op de tien zegels van de zesde emissie vervolgt La Poste haar in 2003 gestarte missie. La Poste brengt door middel van afbeeldingen op postzegels de minder bekende karakteristieken van het leven in Frankrijk onder de aandacht van een ieder. Deze keer gaat het om het thema “leefgewoonten”.
Een “lavoir” is een publieke wasgelegenheid in een bocht van een rivier, de trots van menig dorp, die met de uitvinding van de wasmachine echter uit het beeld verdwenen is.
Ter hoogte van Brest biedt het Ile d’Ouessant plaats aan de oudste vuurtoren van Bretagne, “Le phare du Stiff”. De toren die meer dan 32 meter hoog is, is gebouwd volgens een bijzondere bouwstijl; de vuurtoren bestaat uit twee torens die door middel van een gemeenschappelijke ombouw met elkaar verbonden zijn. Vestingbouwer Vauban moest in 1695 al zijn vernuft en kennis gebruiken om dit bijzondere gebouw op het hoogste punt van het eiland neer te zetten.
De “Quais de Seine” nodigen uit voor een wonderlijke wandeling met uitzicht op prachtige gevels en indrukwekkende bruggen, beginnend bij de Jardin des Plantes en eindigend bij de voet van de Eiffeltoren. Tijdens de wandeling kom je verliefden, schilders, fotografen en zo maar wandelaars tegen.
“Les falaises d’Etretat” (Seine-Maritime) zijn krijtrotsen die met hun poorten, naalden en torentjes schilders, waaronder Eugène Delacroix, Eugène Boudin en Claude Monet hebben geïnspireerd. De zee heeft in de hoge krijtrotsen openingen doen ontstaan door het zachte gedeelte van het gesteente weg te spoelen. Daarom is de spreuk in het wapen van Etretat: “Mijn poorten staan altijd open”.
De “Pigeonnier”, de duiventil was vroeger een bezit als een teken van rijkdom. Tegenwoordig is het een vorm van decoratie in een landschap. Voor de huidige duivenmelkers zijn de duiventillen niet meer dan een schuilplaats in een tuin van de 21ste eeuw. In het departement Lot-et-Garonne zijn circa 6.000 duiventillen in diverse vormen te vinden.
“Borie”, stenen ijshuisjes komen in de Provence veel voor. Zij komen voor in ronde en rechthoekige vorm en zijn gebouwd van grote, zware stenen in de onderste lagen en lichtere stenen aan de bovenkant. In de winter werden ze gebruikt als voorraadkast. Men zette dan blokken ijs in de hokken. Er zijn nog 1610 dergelijke krotten in tact.
“La dune du Pilat” (Gironde) is een duin van 2,7 km lang, 500 m breed en 114 m hoog, nog steeds bewegend en “wandelend”. Aan de oostkant stijgt het duin steil op uit de dennenbossen, aan de westkant is de afdaling naar zee geleidelijker. “La dune du Pilat” is in 1978 gekwalificeerd als “Grand site national”.
“Le lac d’Annecy” (Haute-Savoie) is een meer met een lengte van 14,6 km. Het is 80 m diep. Het meer bestaat in wezen uit twee delen: het noordelijke Grand Lac, waar Annecy aan ligt en het Petit Lac, het zuidelijke deel. Zij worden visueel van elkaar gescheiden door een landtong bij het plaatsje Duingt.
“Les Mégalithes de Carnac” (Morbihan), reuzenstenen. Corély is de patroon van het hoornvee. De gelijknamige kerk staat in Carnac. Toen Cornély in een ossenwagen uit Rome naar Bretagne vluchtte, keerde hij zich in Carnac naar zijn achtervolgers, hief de hand op en veranderde hen in stenen! Het préhistorisch museum herbergt onder andere gepolijste bijlen, vuurstenen messen en speerpunten, potten en sieraden. Opvallend is de steen met het “inktvissengezicht” van zwarte lijnen, dat waarschijnlijk de moedergodin moet voorstellen.
“Maison Solognote” zijn vakwerkhuizen gelegen langs de Sologne, gebouwd van hout en steen. Deze jagerswoningen worden beschreven door Maurice Genvoix (1890-1980) in zijn boek “Rabliot”. Daarin steekt hij zijn liefde voor de Sologne, en dan met name de flora en fauna, niet onder stoelen of banken.

De tien zegels zijn uitsluitend in de vorm van een bloc op 19 september 2005 uitgegeven in het thema “erfgoed en tradities van Frankrijk”. Het tarief per zegel is 0,53 €. Dit tarief is bestemd voor verzending van een brief tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM.
Het ontwerp en de gravure zijn verzorgd door Bruno Ghiringhelli. De drukvorm is héliogravure.

CONSEIL DE L’EUROPE
Op de eerste zegel wordt een zaaister die sterren zaait afgebeeld, naar een werk van Thomi Ungerer; op de tweede zegel een vlag met de Europese lidstaten, naar een werk van Rafal Olbinski.
“Conseil de l’Europe” is een internationale organisatie met 46 deelnemende landen, waaronder 21 staten in Centraal- en Oost-Europa. De organisatie stelt zich ten doel de rechten van de mens, de parlementaire democratie en de rechtstaat te verdedigen. De Raad van Europa is op 5 mei 1949 opgericht door tien landen (België, Denemarken, Engeland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Zweden) en is de oudste politieke organisatie van het continent. Sinds 1989 zijn de belangrijkste taken van de Raad: het fungeren als politiek anker, het ondersteunen van de landen in Centraal en Oost Europa en het ter beschikking stellen van expertise. De Raad heeft zijn zetel In Straatsburg (Frankrijk).
Sinds 1958 geeft Frankrijk postzegels in het thema “Conseil de l’Europe” uit, Conseil de l’Europe voor Strasbourg en UNESCO voor Parijs. Deze zegels worden exclusief door de Raad van Europa gebruikt.
De zegels zijn op 19 september 2005 uitgegeven.
Het ontwerp is van Thomi Ungerer en Rafal Olbinski. De gravure is verzorgd door Jean-Paul Cousin. De drukvorm is offset voorzien van fosforstrepen.

JEAN-BAPTISTE GREUZE
Op de zegel wordt “Le Guitariste” afgebeeld.
De Franse schilder Jean-Baptiste Greuze werd op 21 augustus 1725 in Tournus (Sâone-et-Loire) geboren. In zijn genrestukken van het burgerlijke milieu ligt meestal iets van de revolutionaire, moraliserende geest van de achttiende eeuw, waardoor hij zich geestesverwant toont van Diderot en Rousseau. Aan de ander kant blijft de uitvoering van zijn werken, ondanks de onderwerpen, de fijne toets vertonen van de hofstijl van Lodewijk XV. Jean-Baptiste Greuze overleed op 21 maart 1805 in Parijs.
De zegel is op 26 september 2005 uitgegeven in het thema “kunst”.
Het ontwerp is van Jean-Baptiste Greuze. De gravure is verzorgd door Michel Durand-Mégret. De drukvorm is héliogravure.

DÉPISTAGE DU CANCER DU SEIN
Op de zegel wordt een zelfonderzoek van de borst afgebeeld.
In de strijd tegen borstkanker is zelfonderzoek een van de meest wezenlijke elementen in de opsporing van de ziekte. Iedere vrouw zou dit onderzoek regelmatig moeten doen en onregelmatigheden aan de arts melden. Vanaf haar dertigste jaar zou een vrouw minstens één keer per jaar moeten deelnemen aan een klinisch onderzoek. Vanaf haar vijftigste jaar zou dit onderzoek gratis uitgevoerd moeten worden. De cijfers in Frankrijk zijn onrustbarend: een op tien vrouwen lijdt aan borstkanker en borstkanker is de voornaamste doodsoorzaak bij vrouwen. Tegelijkertijd moet worden gesteld dat wanneer borstkanker in een vroegtijdig stadium wordt ontdekt, de kans op genezing groot is.
De zegel is op 3 oktober 2005 uitgegeven met als doel de strijd tegen de toename van borstkanker aan te moedigen.
Het ontwerp en de gravure zijn verzorgd door Patte & Besset. De drukvorm is héliogravure.

SOURIRES
Op de 10 zegels worden cartoons afgebeeld.
Op 20 september 2005 was het groot feest bij La Poste. De doelstelling van het feest was La Poste populairder te maken bij haar klanten. Ter gelegenheid van dit feest wordt een carnet bestaande uit 10 “katten” zegels uitgegeven. De Belgische striptekenaar” Philippe Geluck, de man achter “de kat” werd in 2003 in Parijs verheven in de rang van “Chevalier des Arts et Lettres”.
De zelfklevende zegels zijn op 3 oktober 2005 in de vorm van een carnet als semi- permanente zegel uitgegeven. De zegel is bestemd voor verzending van een brief tot 20 gram in het binnenland. Het tarief van een carnet is 5,30 €.
Het ontwerp is van Philippe Geluck. De gravure is verzorgd door Bruno Ghiringhelli. De drukvorm is offset.

RAYMOND ARON
Op de zegel wordt een portret van Raymond Aron afgebeeld.
De Franse socioloog Raymond Aron werd op 14 maart 1905 in Parijs geboren. Hij is de vader van het antifascistisch liberalisme. Aron ontwikkelde in Frankrijk een fel anti-communistisch en anti-fascistisch liberalisme. Hij achtte het liberalisme het best in staat de persoonlijke vrijheid, waarop de democratie steunt, te garanderen. Aron zocht de rechtvaardiging van zijn liberale opvattingen in een analyse van moderne maatschappijtypen eerder dan in abstracte principes. Raymond Aron overleed op 17 oktober 1983 in Parijs.
De zegel is op 10 oktober 2005 uitgegeven. Het tarief is 0,53 €. Dit tarief is bestemd voor verzending van een brief tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM.
Het ontwerp is van Marc Taraskoff. De gravure is verzorgd door Jacky Larrivière. De drukvorm is taille-douce.

ADRIENNE BOLLAND
Op de zegel wordt een portret van Adrienne Bolland met op de achtergrond een landschap, waarboven een vliegtuig, afgebeeld.
Adrienne Bolland werd op 25 november 1895 in Arcueil (Val-de-Marne) geboren. Zij was een uitzonderlijke vrouw, een pionier van de luchtvaart. Zij was de eerste vrouw die in 1921 over de Andes vloog met een Gaudron G3. Zij steeg op in Mendoza in Argentinië en landde na drie uur en een kwartaal in Santiago in Chili. Zij vloog ook met een Gaudron C127. Adrienne Bolland overleed op 18 maart 1975 in Parijs.

De zegel is op 24 oktober 2005 uitgegeven als luchtpostzegel. De zegel is tevens uitgegeven in de vorm van een bloc van 10 stuks. Het tarief is 2 €. Dit tarief is bestemd voor verzending van een ECOPLI (ECOnomique Lettre Simple Intérieur) van 110 g naar TOM (Territoire d’Outre-Mer: Nieuw Caledonië, St Pierre et Miquelon, Polynesië). Dit tarief wordt als volgt verklaard. De verzending van een écopli van meer dan 100 g en minder dan 250g kost 1,45 € + 11 maal 0,05 € = 2 €.
Het ontwerp is van Christophe Drochon. De gravure is verzorgd door André Lavergne. De drukvorm is een mix van taille-douce en offset.

EMISSION COMMUNE FRANCE – VATICAN
Op de zegels wordt een detail van het kunstwerk Maria Boodschap van Raphaël afgebeeld.
Bij de eerste zegel gaat het om de aartsengel Gabriël en op de tweede zegel om de Maagd Maria.
Maria-Boodschap – Annunciatie – is het hoogfeest ter gedachtenis van de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria. De aartsengel Gabriël brengt Maria een bezoek in haar huis in Nazareth. De engel meldt haar dat God haar uitverkoren heeft om de moeder van zijn Zoon te worden. In de Orthodoxe en Katholieke Kerk valt deze feestdag op 25 maart.
Maria-Boodschap is door vele kunstenaars uitgebeeld. Deze beeltenis is van Raphael, geboren in Urbino op 06 april 1483. Hij overleed in Rome op 06 april 1520. Hij was niet alleen een fenominale schilder, maar ook tekenaar en architect.

De zegels zijn op 14 november 2005 uitgegeven in de vorm van een bloc. Het thema is “gemeenschappelijke uitgiften”. Het tarief van de zegels is 0,53 € en 0,55. €. Het tarief ad 0,53 € is bestemd voor verzending van een brief tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM. Het tarief ad 0,55 € is bestemd voor de verzending van een brief tot 20 gram naar landen behorend tot de Europese Unie en Zwitserland.
Het ontwerp is van Jean-Paul Cousin. De gravure is verzorgd door Jacky Larrivière. De drukvorm is taille-douce / offset.

CROIX ROUGE 2005
Op de zegel wordt de Heilige Maagd Maria met het Kind afgebeeld.
Sinds 2002 heeft het Rode Kruis een oude traditie in ere hersteld. De jaarlijkse zegel is gewijd aan een kunstwerk. Dit jaar is net zoals in 2004 gekozen voor de Heilige Maagd met het Kind. Het tweeluik is in 1487 geschilderd door Hans Memling. Het ene venster toont een koninklijke Maria, in een blauw gewaad met een rode mantel, die met haar kindje op schoot in een 15de-eeuws Vlaams interieur zit. Het andere venster toont een welgestelde jongeman in een fluwelen wambuis, die zijn handen in een gebaar van devotie tegen elkaar vlijt. Het is degene die Hans Memling opdracht gaf het tweeluik te schilderen, Martin Van Nieuwenhoven.

De zegel is op 14 november 2005 uitgegeven ten bate van het Rode Kruis in de vorm van een carnet bestaande uit tien zegels. Het tarief van het carnet is € 7,00. De toeslag bedraagt € 1,70. De toeslag is bestemd voor het Rode Kruis. Het tarief van de zegel is € 0,53. Dit tarief is bestemd voor verzending van een brief tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM.
Het ontwerp en de gravure zijn verzorgd door Didier Thimonier. De drukvorm is héliogravure.

MARIANNE DE DULAC
Op de zegels worden Marianne de Dulac en Marianne des Français (Marianne de Lamouche) afgebeeld.
Léa Rixens (1885-1985) stond model voor de Marianne de Dulac. Zij was, onder de schuilnaam Tante Léa, een fanatieke verzetstrijdster tijdens de Tweede Wereldoorlog. Léa Dulac werd gedecoreerd met diverse onderscheidingen.
De zegels zijn op 14 november 2005 in de vorm van een carnet als permanente frankeerzegel uitgegeven. Het carnet bestaat uit vijf Marianne de Dulac zegels met een tarief van € 0,53 en vijf Marianne des Français zegels zonder tarief aanduiding.
Het carnet is uitgegeven ter herdenking van de zestigste verjaardag van de zegel “Marianne de Dulac”. Het tarief van beide zegels is bestemd voor verzending van een brief tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM. De prijs van een carnet is 5,30 €.
Het ontwerp en de gravure zijn verzorgd door Jacky Larrivière en Edmond Dulac voor de Marianne de Dulac en Claude Jumelet voor de Marianne des Français. De drukvorm is taille-douce.

HÉROS DES JEUX VIDÉO
Op de 10 zegels worden helden uit de videospelletjes afgebeeld: Link, Mario, Abidou, Pac-Man, Prince of Persia, Rayman, Lara Croft, Spyro, Donkey Kong en de Sims.
Na de zeilschepen in 1999, de personenauto’s in 2000, de treinen in 2001, de motoren in 2002, de bedrijfswagens in 2003 en de sport in 2004 is het dit jaar de beurt aan de helden uit de vidéospelletjes. De jeugdpostzegels zijn dit jaar gewijd aan een waarlijk fenomeen, de legendarische helden uit computerspelletjes, spelletjes die met elke denkbare vorm van elektronica (PC, TV, mobiele telefoon, etc.) gespeeld kunnen worden. Uitgevonden in Amerika, verder ontwikkeld in Japan en populair in de hele wereld betekent deze vorm van moderne technologie een omzet van 18 miljard dollar op jaarbasis.
Link is een jeugdige held die avonturen beleefd met de jonge prinses Zelda. Mario is een fictief figuurtje die in 1981 zijn debuut maakte in het spel Donkey Kong.
Abidou is een kleine jongen die avonturen beleeft waarmee vooral de kleintjes zich kunnen vermaken.
Pac-Man is een klassiek computerspel. Het speelveld wordt onveilig gemaakt door spoken. Als Pac-Man door een spook wordt gepakt, is hij er geweest.
Prince of Persia is een Perzische amoureuze avonturier die met zijn prinses Kaileena avonturen beleeft. Rayman is op zich al een grappig figuurtje. Hij heeft namelijk geen ledematen maar wel grote ogen. Zijn handen en voeten zweven los van zijn lijf. Dat geeft een erg leuk effect als hij gaat bewegen.
Lara Croft is van oorsprong een Britse aristocrate die uitgroeide tot een wereldberoemde gamebabe. Zij houdt van actie en is mooi en sexy, wat haar tot een echte ster maakt.
Spyro, een schattig paars draakje, heeft zich inmiddels gevestigd in het rijtje bekende platformhelden. Hoewel hij natuurlijk nog lang niet de status van Mario heeft is hij een tamelijk populaire lieve kinderheld.
Donkey Kong is de naam van een beroemde gorilla. Soms is hij een held en soms is hij boosaardig en bekogelt zijn vijanden. Les Sims is een simulatie van het alledaagse leven, een spel waarbij de speler over het leven van virtuele mensen kan beschikken.

De tien zegels zijn uitsluitend in de vorm van een bloc op 14 november 2005 uitgegeven in de serie “Jeugdfilatelie”. Het tarief van de zegels Link, Pac-Man, Prince of Persia, Spyro en Donkey Kong is 0,20 €. Het tarief van de zegels Mario, Abidou, Rayman, Lara Croft en Les Sims is 0,33 €. De tarieven zijn bestemd voor bijfrankering.
Het ontwerp en de gravure zijn verzorgd door Aurélie Baras. De drukvorm is héliogravure.

MEILLEURS VOEUX
Op de zegels worden winterlandschappen afgebeeld.
Het is koud, maar de kou heeft ook voordelen, de koude maakt vrolijk en het is goed leven in de sneeuw. De traditionele kerstdagen en Oud en Nieuw zijn gezellige familiefeesten.

De zelfklevende zegels zijn op 14 november 2005 uitsluitend in de vorm van een carnet van tien stuks uitgegeven als semi-permanente frankeerzegel. De zegel is bestemd voor verzending van een brief tot 20 gram in het binnenland. Het tarief van een carnet is 5,30 €.
Het ontwerp en de gravure zijn verzorgd door Cécile Millet. De drukvorm is offset.

Terug naar boven

Tarieven

  • 0,48 € – ÉCOPLI tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM
  • 0,53 € – brief tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM
  • 0,55 € – brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone A (Europese Unie en Zwitserland)
  • 0,64 € – ÉCOPLI van 20 tot 50 gram in het binnenland
  • 0,75 € – brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone B (landen buiten de Europese Unie en Afrika)
  • 0,82 € brief van 20 tot 50 gram in het binnenland
  • 0,90 € – brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone C
  • 1,00 € brief tot 40 gram naar landen behorend tot Zone A
  • 1,22 € brief van 50 tot 100 gram in het binnenland
  • 1,98 € brief van 100 tot 250 gram in het binnenland
  • 5,00 €. brief (courrier international économique) van 500 tot 750 gram naar landen behorend tot zone A

De te onderscheiden zones zijn:

  • France métropolitaine (incl. Monaco en Andorra)
  • DOM = départements d’Outre Mer (Guadeloupe, Martinique, Guyane, Réunion)
  • TOM = Territoires d’Outre Mer (St Pierre et Miquelon, Mayotte, Nouvelle Calédonie, Wallis et Futuna, Polynésie, TAAF)
  • Zone A = Europese Unie + Zwitserland + San Marino + Vatikaan + Liechtenstein + Madeira
  • Zone B = Rest van Europa + Afrika
  • Zone C = Azië, Amerika, Oceanië

Terug naar boven

Zolpidem 10 mg online kopen Zopiclon 7.5 mg online kopen Rybelsus kopen online Acheter Slimex (sibutramine) Acheter Contrave (naltrexone) en ligne Acheter Zolpidem 10 mg en ligne Comprar Zaldiar online Zopiclon 7.5 kaufen in Deutschland