Marianne Bulletin 153 – april 2007
Artikelen:
Verzamelen modern Frankrijk – Machiel van der Velden
Zo’n 30 jaar geleden werd er binnen de vereniging en dus ook in het Marianne-bulletin een discussie gevoerd over het verzamelen van modern Frankrijk. De heren Krijff en Spoelman hebben o.a. aan deze discussie meegedaan. Het onderstaande verhaal is gebaseerd op artikelen van deze twee heren.
In de eerste plaats wordt gepleit om discussies te houden tijdens de bijeenkomsten over de opzet van de eigen verzameling, in dit geval van modern Frankrijk. Leden zouden dan aan de hand van een paar meegebrachte albumbladen iets kunnen zeggen over hun manier van verzamelen. Met de op- en aanmerkingen van de andere leden zou een ieder zijn voordeel kunnen doen.
Ongeveer vijf jaar geleden hebben we opnieuw zo’n bijeenkomst gehad en dat was ook toen erg interessant.
En nu bij de voorbereiding van onze jubileumtentoonstelling, blijkt opnieuw dat verscheidene leden wel aanwijzingen zouden kunnen gebruiken. Een veel gehoorde opmerking is: Ik zou wel mee willen doen, maar ik zou niet weten hoe ik dat moet doen.
Een paar maanden geleden heeft daarom de heer Bangma een verhaal gehouden over het opzetten van een verzameling. Bij zijn verhaal lag de nadruk op de thematische verzameling en de opmerkingen hieronder zijn afkomstig van twee van onze reeds overleden ereleden, die hun sporen verdiend hebben met klassieke verzamelingen. (Maar vergeet u niet: steeds geldt, dat u het moet doen op de manier die u leuk vindt.)
In de eerste plaats is er een verschil tussen de benadering van beide heren. De heer Krijff pleit er voor modern Frankrijk uitgebreid op te zetten en later aan de hand van het resultaat te beslissen, of een bepaald onderdeel zo uitgebreid is geworden, dat daaruit een speciaal collectie voort vloeit. De heer Spoelman stelt voor om direct voor een speciaal onderwerp te kiezen, bijvoorbeeld voor een van de Marianne-zegels.
Als bijkomend voordeel van een speciaal collectie modern Frankrijk wordt genoemd, dat ook met een kleine beurs erg veel mogelijk is.
De heer Krijff zegt dan:
“Inderdaad een bijzonder dankbaar onderwerp om te verzamelen: gebruikt Frankrijk, bestaande uit prima gestempelde zegels, briefstukjes en allerhande poststukken. Onder prima gestempelde zegels dan te verstaan gave zegels, die een duidelijke afstempeling vertonen (liefst met leesbare datum en/of plaatsnaam). Te gebruiken briefstukjes zijn b.v. belangrijk om het gehele vertrekstempel te kunnen vertonen en om typische afstempelingen in originele vorm aan te geven.
Poststukken dienen alleen te worden opgenomen, indien de frankering klopt met de voorgeschreven posttarieven en men dus kennelijk niet heeft te maken met gelegenheids- of welwillendheids- stempels. Bovendien moeten poststukken een bijdrage leveren aan de postgeschiedenis en wat dat betreft iets te zeggen hebben. Op deze wijze zal het te verzamelen gestempelde materiaal geheel in het kader van de postgeschiedenis komen te staan.
Ook dienststukken en door P.T.T. uitgegeven vignetten behoren in zo’n verzameling thuis. Het gehele postale P.T.T.-gebeuren moet in de verzameling worden weerspiegeld. Zeer belangrijk is het om door middel van de gebruikte zegels ook variaties, afwijkingen, foutdrukken, kleurverschillen e.d. (d.w.z. de gehele postzegelkunde) aan te geven. Hierbij speciaal is het noodzakelijk om uitsluitend prima materiaal op te nemen en dus zeer kritisch t.a.v. de kwaliteit te zijn.
In het geheel zullen ook proeven (b.v. “épreuves de luxe” en “épreuves d’artiste”) passen in een dergelijke verzameling. Tenslotte zullen zeker ook paren, blokken, strippen, vellen of veldelen, met of zonder drukkerstekens goed passen in deze opzet. De bekende Franse “carnets” zullen hierbij een geschikte omlijsting kunnen geven. (einde citaat)
Vervolgens wijst hij op de noodzaak van een kritische geest en van doorzettingsvermogen.
Hij noemt dan de mogelijkheid om met een losbladig voordrukalbum te starten en die uit te breiden met eigen blanco bladen.
Persoonlijk zou ik adviseren om meteen met een blanco album te starten, zodat het mogelijk is om vanaf het begin het geheel een eigen karakter te geven.
De heer Spoelman zegt:
“Zoals bekend verondersteld mag worden, weet de schrijver van dit artikel hoegenaamd niets van het moderne verzamelgebied.
Toch wil ik een poging wagen om U een mogelijkheid van modern verzamelen aan te reiken. Modern verzamelen op een echte ouderwetse gespecialiseerde manier.
We nemen als studieobject: de nieuwe Marianne-zegel. (Maar dat kan natuurlijk gelden voor vrijwel alle Marianne-uitgaven)
De opzet van onze verzameling is:
- waarom heeft men besloten tot deze uitgifte?
- hebben er andere ontwerpen op tafel gelegen? zo ja, waarom is dit ontwerp dan gekozen?
- hoe is de ontwerper van dit zegel tot dit ontwerp gekomen? we kunnen er een hele studie van maken, met tekeningen
- welke stadia heeft dit ontwerp doorlopen voor er sprake was van een nieuw zegel? tekeningen, correspondentie
- wanneer werd het nieuwe ontwerp officieel bekend? zijn daar speciale stukken van bekend? mededelingen van de postautoriteiten?
- een mooie vergrote foto doet het op deze plaats bijzonder goed!
- daarna bijvoorbeeld proeven, epreuve of iets dergelijks.
- dan vertelt u iets over de eerste oplaag. Hoe vond de verdeling over de postkantoren plaats?
- laten zien van posities van het zegel? vel, rol enz. enz.
- druktoevalligheden of zelfs regelmatig terugkerende fouten?
- afwijkingen enz.
- gebruiksmogelijkheden op alle poststukken, en deze laten zien!
- combinaties met andere emissies. Op brief laten zien.
- zijn er speciale stempels gebruikt? bv. 1e dag.
- welke normale stempels zijn er mogelijk (typen) op deze zegels?
- denk daarbij aan het gebruik in overzeese provincies van Frankrijk.!
- zelfs stempelafwijkingen kunnen een rol spelen!
- gaat men over tot boekjes, dan geeft dat weer mogelijkheden tot verzamelen. Niet alleen de combinaties.
- ook het drukproces kan wijzigen!
20, 21, 22, 23, 24, 25, 26.
Zo wat dacht U daarvan, is dat iets om mee te beginnen. Het kan werkelijk een grootse verzameling worden: een levenswerk. Want compleet is er voorlopig niet bij! (einde citaat)
Tot zo ver de heer Spoelman. Het is genoeg om over na te denken. Het bovenstaande is natuurlijk geen lijst om letterlijk te volgen, maar om u een idee te geven hoe het zou kunnen.
Aan het bovenstaande zouden bijvoorbeeld de fosforstrepen nog toegevoegd kunnen worden. Over dit onderwerp is wonderlijk genoeg bijna nooit in de Marianne gepubliceerd, maar het werken met een UV-lamp is op zichzelf al een hele studie.
Wanneer ik bovenstaande opmerkingen van onze ereleden lees, dan krijg ik zelf zin om zo’n verzameling op te zetten en zoals u weet houd ik me ook niet met Frankrijk bezig.
Ja, ik weet het wel zeker: indien ik op een veiling een kilopakket met de Sabine van Gandon zie, dan ben ik verloren.
Comoren, interessant verzamelgebied – Machiel van der Velden
Wanneer u de landkaart van Afrika bekijkt, dan ziet u boven dat enorm grote eiland Madagascar vier kleine eilandjes liggen: de Comorenarchipel.
Indien u vervolgens de catalogus raadpleegt, bijvoorbeeld de Dallay, het deel Timbres des DOM-TOM, dan ontdekt u dat die Archipel des Comores van 1950 tot 1975 prachtige zegels heeft uitgegeven.
Buiten andere mooie zegels vindt u bijvoorbeeld een paar schitterende series met vogels en met schelpen. Maar vooral de zegel met een afbeelding van de Coelacant valt op. De Coelacant behoort tot de zogenaamde Kwastvinnigen, een vissoort waarvan men aannam, dat die zo’n 70 miljoen jaar geleden was uitgestorven. In 1938 werden er echter door vissers restanten van zo’n vis naar boven gehaald, en weer later zijn er levende exemplaren in de netten terecht gekomen. Inmiddels is er met moderne technieken van onderwaterfotografie een hele film gemaakt waarop men deze “uitgestorven” vis bezig ziet met alles wat een vis zoal doet: zwemmen, eten, kuit schieten en weer zwemmen. En dat alles gefilmd ergens in de wateren van die Comorenarchipel. Genoeg reden om eens serieus te denken over een collectie Comore
Maar er is meer te vertellen over deze eilandjes, Mayotte, Mohéli, Anjouan en Grande Comore, zowel historisch als posthistorisch.
De oorspronkelijke bewoners zullen wel van het Afrikaanse vasteland afkomstig zijn, hoewel er ook bepaalde elementen in de oorspronkelijke cultuur zijn aan te wijzen, die op invloed uit Azië duiden. Zo rond de 16e eeuw worden de eilandjes veroverd door Arabische stammen vanuit Jemen, Oman en Zanzibar. Wanneer in 1527 de eerste Europeaan, een Portugees de eilandjes ontdekt, zijn er dan ook allerlei sultans de baas. Iets later in 1529 komen de Fransen langs varen. Het is grappig te lezen, dat die Fransen, de gebroeders Parmentier uit Dieppe twee “grote” schepen tot hun beschikking kregen, namelijk een van 120 en een van 200 ton. (Dat is zo iets als de boot die u in Saint Tropez heeft liggen.)
Daarna worden de eilandjes een paar honderd jaar vergeten en dat is eigenlijk merkwaardig. De verschillende zeevarende naties zochten immers naar bunkerhavens op hun weg naar Indië. De bevolking van Madagascar was voorbijvarende schepen altijd vijandig gezind en de bevolking van de Comoren was juist heel vriendelijk. Bovendien prijst een van de zeevaarders de eilanden als volgt: “een overvloed aan wild en allerlei vissoorten, volop groente en fruit (sinaasappels, citroenen, kokosnoten en ananas).
Toch kozen de schepen voor een route langs de eilanden Mauritius en Réunion, toen nog met de namen Ile de France en Ile de Bourbon en nogmaals: de Comoreneilanden werden eigenlijk vergeten.
Vanaf eind achttiende eeuw werden de eilanden voortdurend geteisterd door piraten uit Madagascar en daarom zochten de plaatselijke sultans steun bij…? Ja bij wie? Bij een indrukwekkend schip, dat toevallig voorbij voer en dat was voor het eiland Mayotte een Frans schip en daarom stelde Mayotte zich onder Franse bescherming. Het is een van de weinige keren, dat een gebied daadwerkelijk om een protectoraat vroeg. Weer wat later (in 1886), dus midden in de periode, dat de grote mogendheden de wereld aan het verdelen waren, noemde Frankrijk het eiland Mayotte op grond van deze protectoraatsovereenkomst “kolonie” en de andere drie eilanden op grond van geen enkele overeenkomst “protectoraat”. Kunt u de koloniale politiek tot zo ver volgen?
Daarna volgt een periode, dat de eilanden ten prooi vallen aan een stelletje Franse avonturiers die op eigen belang uit waren.
Voor het eilandje Moheli is dat een meneer Lambert en Grande Comore valt in de handen van een meneer Humblot. Vooral de laatste heerst als een despoot over zijn zogenaamde eigendom, dat hij verkregen had door slinkse contracten met plaatselijke vorsten en door de steun van rijke beschermers in het verre Frankrijk. Zo ziet hij kans om tot 1904 op “zijn” eiland de slavernij te handhaven. Op het eiland Anjouan is het een meneer Moquet die voor twee duizend franc kans ziet twaalf duizend hectare van het eilandje te kopen.
De eilandjes worden dus via protectoraten tot Franse kolonie, maar Parijs ligt ver weg en de neergestreken planters maken de dienst uit.
Dat betekent, dat ze monoculturen invoeren naar de vraag van het moment. Wanneer de suikerplantages niet genoeg meer opleveren gaan ze over op vanille en weer later op planten die voor de parfumindustrie gebruikt kunnen worden. Van de oorspronkelijke paradijselijke eilandjes blijft dan weinig moois over.
Wanneer Parijs eindelijk ingrijpt (in 1908) worden de eilanden administratief ondergebracht bij Madagascar, ook al geen succes, want van het toch al beperkte budget van Madagascar schiet er uiteraard weinig over voor die vier kleine eilandjes daar in het noorden.
Posthistorisch is er ook veel te beleven, al zal het vrijwel onmogelijk zijn om in een eigen verzameling alles te tonen. Het waren immers kleine eilandjes met maar weinig post.
De allereerste brieven van het eiland Mayotte uit de voor-filatelistische tijd zijn bijvoorbeeld alleen als zodanig te herkennen, indien de inhoud nog aanwezig is. Ze kregen soms een aanduiding van de Engelse of Franse pakketboot, die de brief vervoerde, maar soms werd er pas in Parijs een stempel geplaatst. Een stempel Mayotte bestond nog niet.
Met de invoering van de eerste koloniale zegel, de “Adelaar” wordt de zaak ingewikkeld. In 1843 wordt (in Parijs) besloten, dat Mayotte een dependance moet worden van Nossi-Bé, een klein eilandje voor de kust van Madagascar, maar een jaar later wordt deze zaak al omgedraaid. Nossi-Bé wordt juist een dependance van Mayotte.
Hoe dan ook: brieven met deze “adelaars” zijn uiteraard alleen herkenbaar aan het poststempel en zijn voor de Comoreneilanden uiterst zeldzaam. Die zeldzaamheid geldt nog steeds voor de latere algemene koloniale uitgaven en uiteraard is dat niet verwonderlijk voor een eilandje waar slechts 200 Europeanen wonen.
Vanaf 1892 krijgen de vier eilanden ieder hun eigen zegels van het type Allegorische groep.
Mayotte (20 waarden), Grande Comore (19), Anjouan (19) en Mohéli (16 waarden)
In 1912 zijn een aantal van deze waarden van de overdruk “5” of “10” voorzien. (Die overdruk geldt trouwens ook voor alle andere koloniën).
Van deze overdrukken bestaan in totaal 38 verschillende zegels, de bijzonderheden niet meegerekend. In het totaal zou u dus met 112 zegels de vier eilandjes compleet hebben.
Die 112 zegels zijn met enige moeite (en wat geld) wel te bemachtigen, maar nog steeds geldt, dat deze zegels op brief bijna niet te vinden zijn. (Uiteraard moet u op uw hoede zijn voor de bekende Fournier-vervalsingen van deze zegels. Het handje, dat bovenaan de banier vasthoudt moet echte vingertjes hebben en geen misvormd klomphandje zijn.)
Vanaf 1908 worden de eilanden administratief ondergebracht bij Madagascar en vanaf dat moment kan de stempelverzamelaar zijn hart ophalen. De zaak wordt namelijk nog ingewikkelder: Ook de eilandjes Nossi-Bé en St. Marie de Madagascar en de haven Diégo-Suarez in het uiterste noorden, die tot dat moment eigen zegels hadden gebruikt worden bij Madagascar ondergebracht. En nu komt het: alle nog bestaande zegels mochten overal opgebruikt worden. U kunt dus bijvoorbeeld zegels van Mayotte tegenkomen met een stempel van Nossi-Bé, enz. enz.
Deze indeling bij Madagascar blijft gehandhaafd tot 1950, het jaar dat de Archipel des Comores eigen zegels krijgt.
Probeert u het eens: Madagascar compleet krijgen met een stempel van één van de bovengenoemde eilanden. Ik garandeer u, dat dat een levenswerk is. Tot slot: in 1975 krijgen de Comoreneilanden hun zelfstandigheid, maar de inwoners van Mayotte besluiten na een volksstemming zich weer aan te sluiten bij Frankrijk als collectivité territoriale en dat eiland heeft vanaf 1997 weer eigen zegels.
zegel van Madagascar met stempel van Mayotte
zegel van Nossi-Bé met stempel Madagascar
De postzegels als sleutel – Ted Monchen
Mijn vader, een van de (bestuurs-)leden van het eerste uur van de Contactgroep Frankrijk Verzamelaars mag ook wel als een van de eerste “motiefverzamelaars” beschouwd worden. Al vanaf zijn prille jeugd verzamelde hij postzegels. Dat het serieus was moge blijken uit het feit, dat hij met de verkoop van een gedeelte van zijn postzegelverzameling, in 1936 een heuse wereldreis gemaakt heeft.
Ook zijn kinderen heeft hij ook besmet met het ” filatelievirus” en de kast vulde zich steeds meer met zogenoemde landenverzamelingen, meestal in voordrukalbums.
Een andere “ziekte”, namelijk de “francofilie”, gaf de drang om met de landenverzameling Frankrijk iets meer te doen. Dat wil zeggen iets meer dan alleen opzetten in de volgorde van mijnheer Schaubeck.
Al heel vroeg in de jaren 50 werd een verzameling betreffende “Kerken en Kathedralen in Frankrijk” opgezet.
Niet het vergaren van de zegels was het hoofddoel. Maar ook het vergroten van de kennis van, bijvoorbeeld het ontstaan en de stijl, en de spullen in die gebedshuizen, behoorde tot de activiteiten. Menig uur brachten we door aan de eetkamertafel. Uiteraard een uitschuiftafel, omdat er plaats moest zijn voor de vele naslagwerken. Wij hebben bijvoorbeeld heel veel gebruik gemaakt van de 350 kilogram zware Encyclopedie Larousse uit de twintiger jaren van de vorige eeuw.
“Proeven doet eten”, dus de verzameling breidde zich uit tot gebedshuizen vanuit de gehele wereld, en wel van de meest uiteenlopende religies. Maar behalve het plezier van het opzoeken en opzetten, heeft de verzameling ook concrete effecten gehad.
Op een van onze vele gezamenlijke reizen door La Douce bezochten wij een kathedraal.
Via onze noeste filatelistische arbeid wisten we nog dat er in die kathedraal een schatkamer moest zijn met prachtige en unieke schatten. Ook hier speelde de Franse zuinigheid en het was stikdonker in het gebedshuis. Geen lamp te bekennen, dus in de vele nissen was geen hand voor ogen te zien.
Bij een trotse, met grote sjerp omhangen, ordebewaker, vroeger ook wel “Suisse” geheten, informeerden we waar de schatkamer zich bevond. Op een wat norse wijze maakte hij ons duidelijk, dat er helemaal geen schatkamer was in de kathedraal. Wij vroegen hem waar de schatten zich dan nu bevonden. En toen wij ze ook nog eens met naam en toenaam konden benoemen, keek hij verbaasd op.
“Hoe kwamen ze aan die wijsheid en waarom wilden ze die juist zien en wat wisten ze er nog meer van?”
Ondanks de geborduurde tekst op zijn sjerp “Silence”, ontspon zich een levendig gesprek. Opeens trok hij, als een middeleeuwse cipier, ergens een grote ouderwetse sleutelring vandaan, keek om zich heen en zei:
“Hier, de sleutels. Bij de derde pilaar rechts af, deur achter u op slot en na afloop gaarne weer de sleutels terug”. Zo genoten we van prachtige schatten van weleer . De sleutel op de deur daartoe was de “Philatelie”.
Terug naar boven
Het hoe en waarom van moderne Franse postzegels – Cees van Rantwijk
MEILLEURS VOEUX
Op de zegels worden een rendier met een aantal pinguïns afgebeeld. Daar zijn ze weer: de sneeuw, het ijs, de ijshutten, de sleeën, de pakjes, de ballen, de slingers, de gekleurde linten en de in smoking geklede pinguïns. Ook het rendier met zijn rode neus, zijn rode broek en zijn groene vest is er weer. Het is winter. De traditionele kerstdagen en Oud en Nieuw zijn er weer.
De zelfklevende zegels zijn op 27 november 2006 uitsluitend in de vorm van een carnet van tien stuks uitgegeven als semi-permanente frankeerzegel. De zegel is bestemd voor verzending van een brief tot 20 gram in het binnenland. Het tarief van een carnet is 5,40 €.
Ontwerp en gravure: Alexis Nesme. Drukvorm: offset.
GRANDE LOGE NATIONALE FRANÇAISE
Op de zegel wordt het beeldmerk van de Vrijmetselarij (een winkelhaak en een steekpasser ten teken van onbuigzaamheid en zekerheid) afgebeeld met op de achtergrond de wereldbol.
De Grande Loge Nationale Française (GLNF) organiseert van 28 tot en met 30 november 2006 de achtste Wereldconferentie in Parijs. De “Grande Loge de France”, de Franse tak van de Vrijmetselarij, is de grootste en oudste voortzetting van de Schotse Rite. De Grande Loge Nationale Française werd opgericht in 1964 en wordt op dit moment geleid door Jean-Charles Foellner. De moderne Vrijmetselarij is een beweging die streeft naar persoonlijke bezinning op de eigen levenshouding. Aan de conferentie nemen wereldwijd 196 Grande Loges deel. La Poste geeft ter gelegenheid van deze conferentie een extra postzegel uit. De filatelie vergeet de Franse Vrijmetselarij zeker niet. Eerder uitgegeven zegels in dit verband zijn: “Centenaire du “Droit Humain”, Ordre maçonnique mixte international (Yvert 2796) in 1993, Centenaire de la “Grande Loge de France” (Yvert 2912) in 1994 en 275e anniversaire de la “Franc-maçonnerie Française” (Yvert 3581) in 2003.
De zegel is op 2 december 2006 uitgegeven ter gelegenheid van de Wereldconferentie in Parijs.
Ontwerp en gravure: Jean-Paul Cousin. Drukvorm: héliogravure.
ALAIN POHER
Op de zegel wordt een portret van Alain Poher met op de achtergrond het Palais du Luxembourg afgebeeld.
Alain Poher, christen-democraat, werd op 17 april 1909 geboren in Ablon-sur-Seine (Val-de-Marne). Hij begon zijn carrière als mijnbouwkundig ingenieur en werkte in de mijnen van Roemenië, Polen en Tsjecho-Slowakije. Om gezondheidsredenen gaf Alain Poher dit beroep op 25-jarige leeftijd op en kwam hij terecht op het Ministerie van Financiën. Hij was twee maal president ad interim van de Franse Republiek, eerst in 1969 na het aftreden van Generaal de Gaulle en vervolgens in 1974 na het overlijden van Georges Pompidou. Alain Poher was van 1968 tot 1992 voorzitter van de Franse Senaat. Hij overleed op 9 december 1996 in Parijs.
De zegel is op 4 december 2006 uitgegeven in het thema ” beroemde personen”.
Ontwerp: Marc Taraskoff. Gravure: Pierre Albuisson. Drukvorm: taille-douce.
UNESCO (2006)
Op de zegels wordt de Tigre de Sibérie en Luang Prabang (Laos) afgebeeld.
Sinds 1961 verzorgt La Poste vanuit Parijs de uitgifte van UNESCO-zegels. De UNESCO heeft sindsdien aan diverse thema’s aandacht geschonken. Deze keer gaat het om de bescherming van de natuur en de cultuur.
De Siberische tijger, een beschermde diersoort, leeft voornamelijk in het uiterste oosten van Rusland: Siberië. Hij heeft een minder gele huid dan de andere tijgersoorten, omdat dit de enige tijgersoort is die in de winter in de sneeuw leeft. Door de wat lichtere kleur valt de Siberische tijger in de sneeuw minder op.
Luang Prabang, een stad met 16.000 inwoners, ligt aan de Mekong rivier en de zijrivier de Khan. Luang Prabang heeft tientallen tempels en in de omgeving een schitterende natuur. In 1995 werd de stad toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van de UNESCO.
De zegels zijn op 8 december 2006 uitgegeven als UNESCO-zegel.
Ontwerp en gravure van de 0,60 €: Christian Broutin, van de 0,85 € : Jean-Paul Véret-Lemarinier. Drukvorm: offset.
LE TRAMWAY DE PARIS
Op de zegel wordt een tramstel afgebeeld. Van 1855 tot 1937 heeft Parijs de tram als vorm van openbaar vervoer gekend.
Op 16 december 2006 komt dit middel van vervoer in het stadsbeeld weer terug. De moderne tram past in het streven het openbaar vervoer in Parijs aantrekkelijker te maken. De nieuwe tram T3 heeft de betrouwbaarheid van de metro, biedt het uitzicht van de stadsbus en ontwikkelt de snelheid van een auto die geen last heeft van het overige verkeer. De tramstellen zijn comfortabel en ruim opgezet. Van deze service zullen naar verwachting 100.000 passagiers per dag gebruik maken. Deze mogelijkheid van het openbaar vervoer levert een bijdrage aan het terugdringen van de luchtvervuiling van Parijs. De tram rijdt aan de zuidkant van Parijs tussen de Pont du Garigliano in het 15de arrondissement en de Porte d’Ivry in het 13de. Hij geeft aansluiting op vijf metrolijnen, twee RERlijnen, achttien stadsbuslijnen en negentien buslijnen uit de voorsteden.
De zegel is op 18 december 2006 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp en gravure: Stéphane Pécot. Drukvorm: héliogravure.
COEUR 2007
Op de rode en witte zegels wordt in zwart een hart afgebeeld.
Elk jaar geeft La Poste, met het oog op Saint Valentin, hartvormige zegels uit. Na Yves Saint Laurant in 2000, Christian Lacroix in 2001, Yann Arthus-Bertrand in 2002, Torrente in 2003, Karl Lagerfeld in opdracht van Chanel in 2004, Cacharel in 2005 en Stéphane Rolland in opdracht van Jean-Louis Scherrer in 2006 is het nu Givenchy die met dit thema meedoet. Givenchy is een Frans modehuis, opgericht in 1952 door Hubert de Givenchy. Hij stond erom bekend dat hij persoonlijk werkte met al zijn klanten, waaronder vele beroemdheden, zoals Elisabeth Taylor, Greta Garbo, Prinses Grace van Monaco. Voor de promotie was Audrey Hepburn de eerste actrice ooit die haar gezicht leende voor een reclamecampagne. De zegels zijn op 8 januari 2007 uitgegeven als semi-permanente zegel.
De zegel van 20 gram is ook uitgegeven in de vorm van een minifeuille van 5 zegels.
Ontwerp en gravure: Givenchy. Drukvorm: héliogravure.
ANTIQUITÉS
La Poste heeft dit keer gekozen voor de oudheid met voorwerpen uit Egypte, uit het Romeinse Rijk, van de oude Grieken en van de Etrusken.
De stukken behoren tot de collectie van het Musée du Louvre en Parijs. Uit Egypte komen de schriftgeleerde, koning Amenemhat III, het nijlpaard en de harpiste. Van Romeinse herkomst zijn Pompejï en koningin Junon. De Grieken dragen bij met de staatsman Pericles, Nikè van Samothrace en Aphrodite van Cnidus. De Etrusken leveren de sarcofaag de maaltijd van de gehuwden.
Le scribe (2600 – 2400 voor Christus): Zittend in kleermakerszit, gebruikt de schriftgeleerde zijn bovenbenen en knieën als ondersteuning voor de rollen papyrus. De schriftgeleerden leerden dit vak al heel jong. Soms waren zij niet ouder dan twaalf jaar.
Amenemhat III (1843 – 1798 voor Christus): Koning Amenemhat III was de enige zoon van Senoeseret III, de naam van de moeder is niet bekend. De koning had twee koninginnen die bij hem zijn begraven. Koningin Neferoesobek was waarschijnlijk een dochter van hem. De koning had geen mannelijke opvolgers dus nam hij een regent aan die zich later Amenemhat IV zou noemen.
L’Hippopotame (1650 – 1550 voor Christus): Nijlpaarden speelden een vrij grote rol in de Egyptische mythologie. Er bestaat een Afrikaanse legende over waarom het nijlpaard geen haar heeft. Lang geleden zou het dier prachtig haar hebben gehad. Hij was hier zo trots op, dat hij ging opscheppen tegen de haas. Hij vertelde de haas dat die maar lelijk haar had. De haas werd kwaad en stak, terwijl het nijlpaard lag te slapen, zijn haar in de brand. Sindsdien is het nijlpaard kaal en schaamt zich nu zo voor zijn haar, dat hij onder water is gaan leven.
La stèle du harpiste (1069 – 664 voor Christus): Er bestaat een grote diversiteit aan grafzuilen voorzien van allerlei kleuren en een scala aan symbolen. De houten grafzuil is een teken van devotie. Over het algemeen worden ze in graftomben gevonden. In de periode dat Rome werd gesticht werden ze meegebracht vanuit Sicilië.
Fresques de Pompei (600 – 100 voor Christus): Pompeïï ligt in Zuidwest Italië op een vulkanische vlakte aan de voet van de Vesuvius. Op 24 augustus 79 na Christus werd de stad volledig bedekt met as als gevolg van een uitbarsting van de vulkaan. Het is daardoor een van de best bewaarde Romeinse steden geworden.
Junon (1600 – 1100 voor Christus): De Romeinen stelden Hera gelijk aan Junon. In de Romeinse mythologie is Junon de koningin van de goden en de koningin van de hemel. Zij is zowel de zuster als de echtgenote van de oppergod Zeus. Zij is de beschermvrouw van de vrouwen en staat symbool voor het huwelijk. Diverse hemelverschijnselen, die een strijd tussen de hemel en de aarde leken te beduiden, werden door de Grieken geacht de echtelijke strijd tussen Zeus en Hera te zijn.
Périclès (495 – 429 voor Christus): Pericles was een charismatische staatsman en veldheer, ongekroonde leider van Athene gedurende de grootste culturele en politieke bloeitijd die de stad ooit kende. Hij radicaliseerde de democratische instellingen, vooral door de invoering van een staatsuitkering voor deelname aan rechtbanken en andere openbare functies. Deze hervorming maakte het mogelijk dat ook burgers uit de laagste klassen zich daadwerkelijk van hun burgerrechten en -plichten konden kwijten zonder verlies van de noodzakelijke inkomsten voor hun levensonderhoud.
La victoire de Samothrace (ongeveer 190 voor Christus): De gevleugelde Nike van Samothrace is een marmeren beeld van de Griekse overwinningsgodin Nikè. Het werd in 1863 op het eiland Samothrace gevonden door de Franse consul en amateur-archeoloog Charles Champoiseau. Het standbeeld staat nu tentoon in het Louvre te Parijs.
Aphrodite (1600 – 1100 voor Christus): Aphrodite was een godin van zeer grote betekenis in de Griekse mythologie. Ze is de godin van de liefde, de seksualiteit en de vruchtbaarheid. Sommigen beschouwen haar ook als de godin van het evenwicht.
Le sarcophage des époux (ongeveer 520 – 510 voor Christus): Dit opmerkelijke monument toont een grote urn met het stoffelijke overschot van twee mensen. Het woord “sarcofaag” is een combinatie van de Griekse woorden “Sarx” wat “vlees” betekent en “Phagoon” wat “eten” betekent. Letterlijk is een sarcofaag dus een “vleesetend” object. Het is daarom minder juist om bij de kist van een farao het woord sarcofaag te gebruiken. De bedoeling van de mummificatie is immers dat het vlees van de farao bewaard zal blijven.
Het carnet bestaande uit tien zegels is op 29 januari 2007 uitgegeven. Het tarief is 5,40 €.
Ontwerp en gravure: Patte & Besset. Drukvorm: offset.
L’ANNÉE DU COUCHON NOUVEL AN CHINOIS
Op de zegel wordt een varken afgebeeld.
De datum waarop het Chinese nieuwjaar wordt gevierd is elk jaar anders. Het wordt vastgesteld volgens de Chinese maankalender en valt dit jaar op 18 februari. Elk jaar is genoemd naar een dier. Na twaalf jaar begint de cyclus opnieuw. Dit jaar is het jaar van het Varken. Dit intelligente dierteken is een bron van inspiratie. Een varken is een vredesstichter. Varkens hebben gevoel voor humor en zijn niet zelfzuchtig. Het zijn harde werkers. Het jaar van het varken staat in het teken van luxe. Mensen met dit teken hebben er veel plezier in om zichzelf en hun dierbaren te verwennen.
De zegel is op 29 januari 2007 uitsluitend in de vorm van een bloc van tien stuks uitgegeven als semi-permanente frankeerzegel.
Ontwerp: Li Zhongyao. Gravure: Aurélie Baras. Drukvorm: héliogravure.
LES JUSTES DE FRANCE
Op de zegel wordt het Panthéon afgebeeld.
Op 1 november 2005 verklaarde de Verenigde Naties middels Resolutie 60/7 dat de datum van 27 januari de dag is waarop alle slachtoffers van de Holocaust herdacht worden. Zij roept de lidstaten op de herinnering aan de slachtoffers van de Holocaust te respecteren en in stand te houden. De VN verklaarde tevens in deze resolutie dat zij elke poging tot het ontkennen of bagatelliseren van de Holocaust afwijst. De datum van deze Internationale Holocaust Herdenkingsdag komt overeen met de dag waarop Auschwitz-Birkenau, het laatste vernietigingskamp van de nazi’s dat nog operationeel was, door de Russische legers werd bevrijd. In Auschwitz stierven 1.1 miljoen mensen waarvan 1.000.000 Joden. Auschwitz wordt door velen beschouwd als symbool voor de nazi-terreur en systematische vernietiging die zich voltrok tijdens de Holocaust. De Franse Regering heeft besloten de herdenking van de slachtoffers van de Holocaust en de waardering van de mensen die Joden gered hebben, vorm te geven door middel van een herdenkingsteken in het Panthéon van Parijs, een rustplaats voor helden van Frankrijk.
De zegel is op 5 februari 2007 uitgegeven als herinneringszegel.
Ontwerp en gravure: Tanguy Besset. Drukvorm: héliogravure.
Tarieven:
Let op: nieuwe tarieven vanaf 1 oktober 2006
- 0,49 € – ÉCOPLI tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM
- 0,54 € – brief tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM
- 0,60 € – brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone 1 (Europese Unie en Zwitserland)
- 0,70 € – ÉCOPLI van 20 tot 50 gram in het binnenland
- 0,85 € – brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone 2 (rest van de wereld)
- 0,86 € – brief van 20 tot 50 gram in het binnenland
- 1,15 € – brief tot 50 gram naar landen behorend tot Zone 1
- 1,30 € – brief van 50 tot100 gram in het binnenland
- 2,11 € – brief van 100 tot250 gram in het binnenland
- 5,50 € – brief (courrier international économique) van 500 tot1000 gram naar landen behorend tot zone 1
De te onderscheiden zones zijn:
- France métropolitaine (incl. Monaco en Andorra)
- DOM = départements d’Outre Mer (Guadeloupe, Martinique, Guyane, Réunion)
- TOM = Territoires d’Outre Mer (St Pierre et Miquelon, Mayotte, Nouvelle Calédonie, Wallis et Futuna, Polynésie, TAAF)
- Zone 1 = Europese Unie + Zwitserland (inclusief San Marino, Liechtenstein en Vaticaan): België, Cyprus, Denemarken,Duitsland, Engeland, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Madera, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slowakije, Tsjechië, Spanje, Zweden, Zwitserland
- Zone 2 = Rest van de wereld: Landen van Europa, buiten de Europese Unie en Zwitserland, Afrika, Amerika, Azië en Oceanië